En schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamus: Dit zegt Hij die het tweesnijdende, scherpe zwaard heeft: Ik ken uw werken en weet waar u woont, namelijk waar de troon van de satan is.
Openbaringen 2 : 12-17
In de tijd waarin de brief geschreven werd was Pergamus een van de belangrijkste steden in het Romeinse Rijk. Het was het politieke centrum in die regio. Ook kunst en cultuur bloeide er volop. Het theater kon wel tienduizend mensen bevatten. Het was zo gebouwd dat een fluistering op het podium tot op de bovenste rij te horen was.
De inwoners maakten perkament van kalverhuiden. De stad was ook een grote bibliotheek met zo’n 20.000 perkamenten [1]. De bibliotheek was de op een na grootste in de oude wereld. Alleen die van Alexandrië was groter. Pergamus was een bloeiende stad. Een van de mooiste steden, maar ook een van meest duistere steden. Dit is de derde overeenkomst met Kirjath-Sefer: de stad weerspiegelde de cultuur van het land.
Pergamus, woonplaats van satan. Je zou er toch niet willen wonen. En toch wonen er mensen die in de levende God geloven. In die stad was een christelijke gemeente. Zij aanbaden niet vele goden, maar de Ene, de Eeuwige God. Tot hen richt Jezus het Woord: dit zegt Hij die het tweesnijdende, scherp zwaard heeft. Dat zwaard is het Woord van God. Dat weten we uit de Hebreeën 4:12. “Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.”
Het is vast niet voor niets dat Jezus dit zegt! In zo’n kwaadaardige omgeving heb je wel een zwaard nodig.
Hoe ziet jouw omgeving er uit?
[1] Waarschijnlijk komt het woord perkament van Pergamus