8. Het huis van de Vader is het goede adres
Dan komen toe aan de tekst uit Joh. 14.
Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij. In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben. Johannes 14:1-3
Nu wordt veelal aangenomen dat Jeshua het hier over de hemel heeft. Als Jeshua zegt dat Hij heengaat om een plaats te bereiden, dan nemen we ook aan dat die plaats de hemel betreft. Laten we eens kijken waar de tekst ons brengt.
Huis. Er staat nu niet oikos, maar oikia. Het gaat dus om het adres en niet om de functie van het huis. Dus op het adres van mijn Vader zijn veel woningen. Waar Mijn Vader woont, is ruimte genoeg.
Vele woningen. Polis monē. Monē komt slechts twee keer voor, namelijk in vers 2 én in vers 23.
23. Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen [zullen bij hem wonen].
Hier gebeurt het omgekeerde! De Vader en de Zoon komen naar iemand toe om daar te wonen. Zij nemen intrek in het hart van iemand die God liefheeft. Het hart van de mens is blijkbaar de woning van God. Dat is de verborgen omgang met God. Zo wordt de mens die God liefheeft tot een tempel van de Eeuwige.
Die plaats is er niet automatisch. Die moet gereedgemaakt worden.
Plaats gereedmaken. Een plaats is een topos. De LXX gebruikt dit woord als de vertaling van maqowm. De plaats voor de Godsontmoeting. Het bereiden van de plaats is als het bereiden van de maaltijd (Matth. 22:4) en het bereiden van het Pascha (Matth. 26:17). Het is als het bereiden van de weg van de Heer (Matth. 3:3). Bijna altijd heeft dat bereiden te maken met het gereed maken voor de ontmoeting met de Eeuwige. Het is het gereedmaken voor de bruiloft van het Lam. Hetzij de maaltijd, hetzij de plaats, hetzij de gasten, hetzij de bruid.
In het bijzonder sta ik stil bij deze tekst uit Openbaring:
En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats [topos] had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen. Openb. 12:6.
De vrouw heeft in de woestijn een plaats gekregen die door God is bereid. Is dit concreet wat Jeshua bedoelt als Hij zegt: Ik ga heen om u plaats te bereiden? Deze tekst is onderdeel van een chiasme en staat tegenover Openb. 12:1. Ik schreef daar eerder over:
A-A´ De vrouw heeft een verheven hemelse positie. Haar verschijning is heerlijk en koninklijk. Zij is een koningin, omgeven door licht. Wie is deze vrouw? Er zijn heel wat verklaringen. Ik houd het op Israël (Jer. 4:31, Jer. 31, Ps. 89). Zonder Israël is er geen Koninkrijk. Deze vrouw gaat na de geboorte van haar Kind naar een woeste plek, waar zij verzorgd moet worden en bescherming nodig heeft. De woestijn is de plek van de ballingschap. De tijd is gelimiteerd en vastgesteld op 1260 dagen. Dat is omgerekend 3,5 jaar. Het voert te ver om hierop door te gaan, maar ik zie veel parallellen met de tijd van Elia. Ook hij was 3,5 jaar in een woeste plaats en kreeg eten van de raven en de weduwe. Omdat hier van dagen wordt gesproken, is het aannemelijk dat het hier gaat om een periode van 1260 jaar. In mijn boek Dit zijn de dagen van Elijah duid ik dit op de periode 538-1798 AD. Dat is de periode dat de paus de geestelijke macht in de kerk kreeg[1].
Er is nog een andere verklaring mogelijk.
U zult hen brengen en hen planten
op de berg die Uw eigendom is,
Uw vaste woonplaats [maqowm],
die U gemaakt hebt, HEERE,
het heiligdom, Heere,
dat Uw handen gesticht hebben. Exodus 15:17.
Zie, Ik zend een Engel voor u uit om over u te waken op de weg en u te brengen naar de plaats die Ik gereedgemaakt heb. Exodus 23:20.
De plaats [maqowm] die hier wordt bedoeld, is Kanaän. Het beloofde land.
Hoe dan ook, op geen enkele manier geeft de Schrift het idee dat de plaats die Jeshua zal bereiden de hemel zelf is. Die plaats zou ook niet bereid hoeven te worden. Die is al gereed. Echter, wat in de hemel is, wordt op de aarde.
Jeshua bemoedigt Zijn discipelen door te zeggen dat Hij terugkomt om hen tot Zich te nemen. Wat betekent dit nemen? In Matth. 1:20 wordt Jozef in een droom gemaand om Maria, zijn vrouw, tot zich te nemen. Nu gaat het niet in de eerste plaats om de relatie man-vrouw, maar dit nemen ziet op de leiding nemen. Zo nam de duivel Jeshua mee op een hoge berg (Matth. 4:8). Het tegenovergestelde is verlaten. Toen liet hij van Hem af (Matth. 3:15). Zij verlieten hun netten (Matth. 4:20).
Er zullen er twee op een akker zijn. De een zal aangenomen worden, de ander zal verlaten worden. Matth. 24:40.
Waarin zit het verschil tussen deze twee op de akker? Dat verschil zit in de woning. Heeft God daar intrek genomen?! Paulus zegt tegen de Colossenzen dat zij zó moeten wandelen, zoals zij Christus Jezus hebben aangenomen/ontvangen. Dat is wat Jeshua ook tegen Zijn leerlingen zegt: de weg weten jullie. Als Thomas dan vraagt: hoe kunnen wij de weg weten, dan is het antwoord “Ik ben de Weg, de Waarheid, en het Leven” (Joh. 14:5-6).
Als Ik terugkom, dan neem Ik jullie tot Mij. Zodat jullie ook zijn waar Ik ben! Deze zin wijst op een plaats. De plaats waar Jeshua zal zijn.
[1] Zie http://vanmoolenbroek.nl/dedagenvanelijah/de-vrouw-de-zoon-en-de-draak/