Het Huis van mijn Vader (6)

Deze post is deel 6 van 9 in de serie Vader's Huis

6. Het huis van de vader is een verantwoordelijkheid.

Toen zei Juda tegen Tamar, zijn schoondochter: Ga maar zolang als weduwe in het huis van je vader wonen, totdat mijn zoon Sela groot is. Hij zei namelijk: Anders zal hij ook sterven, net zoals zijn broers! Zo ging Tamar weg en ging in het huis van haar vader wonen. Gen. 38:11.

Tamar moet als weduwe in het huis van haar vader wonen. Daarmee gaf Juda te kennen dat zij niet met een ander moest trouwen (zij hield haar rouwgewaad aan). Volgens de overlevering was Tamar geen Kanaänitische, maar een kleindochter van Shem (van zijn zoon Elam). De naam Tamar (palmboom) duidt op buitengewone schoonheid en op rechtvaardigheid. Juda had echter niet de bedoeling om haar met zijn zoon Sela te laten trouwen nadat hij twee eerdere zoons had verloren. Deze zonen wilden bij Tamar geen nageslacht verwekken en waren daarom door JHWH gedood. Nu laat Juda Tamar naar het huis van haar vader gaan. Met anderen woorden: onder de verantwoordelijkheid van haar eigen vader.

Als een priesterdochter aan een man toebehoort die niet bevoegd is tot het priesterambt, mag zij niet eten van het hefoffer van de geheiligde gaven. Maar als een priesterdochter weduwe wordt of verstoten wordt en zij geen nageslacht heeft en naar het huis van haar vader terugkeert, net als in haar jeugd, dan mag zij van het voedsel van haar vader eten. Geen enkele onbevoegde mag er echter van eten. Leviticus 22:12-13.

Alleen priesters mogen van het geheiligde eten, d.w.z. dat aan de Eeuwige is geofferd. Degenen die in het huis zijn geboren of die lijfeigenen zijn mogen mee-eten. Ook een dochter die weduwe wordt of verstoten en terugkeert, valt weer onder de verantwoordelijkheid van de vader. Net als in haar jeugd.

Wanneer een man de HEERE een gelofte doet of een eed zweert om een verplichting op zich te nemen, dan mag hij zijn woord niet schenden; overeenkomstig alles wat uit zijn mond komt, moet hij doen.

Maar wanneer een vrouw de HEERE een gelofte doet, en in haar jeugd, terwijl ze nog in het huis van haar vader woont, een verplichting op zich neemt, 4. en haar vader van haar gelofte hoort en van haar verplichting, die zij op zich genomen heeft, en haar vader tegen haar zwijgt, dan zijn al haar geloften en elke verplichting die zij op zich genomen heeft, van kracht. 5. Maar als haar vader haar ervan afhoudt, op de dag dat hij van al haar geloften hoort en van de verplichtingen die zij op zich genomen heeft, dan is het niet van kracht. De HEERE zal het haar vergeven, want haar vader heeft haar ervan afgehouden.

Dit zijn de verordeningen die de HEERE Mozes geboden heeft met betrekking tot een man en zijn vrouw, met betrekking tot een vader en zijn dochter in haar jeugd, terwijl ze nog in het huis van haar vader woont. Numeri 30: 2-5, 16.

De verhouding tussen man en vrouw is een afspiegeling van de verhouding tussen Schepper en schepsel. De voorschriften in de Thorah zijn altijd daarop gebaseerd. De man is de gevende, de vrouw de ontvangende kant. De Schepper is altijd de eerste. Er is geen macht boven Hem. Daarom, als een man een gelofte doet, dan houdt de Schepper hem aan zijn woord. De man staat altijd rechtstreeks in verhouding tot de Ene. Voor de vrouw als beeld van de schepping is echter de vraag of zij rechtstreeks in verhouding tot de Ene staat (als zij alleengaand is) of dat indirect via de man (hetzij haar vader, hetzij haar echtgenoot). De verhouding tussen vader-dochter is bijvoorbeeld zichtbaar in onze gewoonte dat een vader zijn dochter ‘weggeeft’ als zij trouwt. Dit voorschrift heeft daarom niets met paternalisme of overheersing van de man over de vrouw te maken. Noch is het een aanwijzing dat een vrouw geen verantwoordelijkheid kan dragen. De vraag is hoe zij – man en vrouw –  het beeld van God vertonen.

Wanneer een man een vrouw neemt, bij haar komt, en vervolgens een afkeer van haar krijgt, en als hij haar dan allerlei dingen ten laste legt, haar een slechte naam bezorgt, en zegt: Deze vrouw heb ik tot vrouw genomen, maar toen ik tot haar naderde, ontdekte ik dat ze geen maagd meer was, dan moeten de vader van dit meisje en haar moeder het bewijs van de maagdelijkheid van het meisje meenemen en naar de oudsten van de stad brengen, naar de poort.

(…)

20. Maar als dit woord waar is, als ontdekt wordt dat het meisje geen maagd meer was, dan moeten zij het meisje naar buiten brengen, naar de deur van het huis van haar vader, en de mannen van haar stad moeten haar met stenen stenigen, zodat zij sterft, want zij heeft een schandelijke daad in Israël begaan door hoererij te bedrijven in het huis van haar vader. Zo moet u het kwaad uit uw midden wegdoen. Deuteronomium 22:13-16, 20-21.

Ook dit voorschrift is gegeven ter bescherming van de vrouw. De ouders van een dochter moeten voor haar getuigen in geval zij wordt beschuldigd dat zij niet als maagd het huwelijk is ingegaan. De vader doet het woord; een schadeloosstelling zal ook aan hem worden betaald. Het is niet alleen de goede naam van de dochter, maar ook de zijne die wordt belasterd. Beide ouders hebben als bewijsstuk het met bloed bevlekte laken van de huwelijksnacht. Dat alles komt ons nu naar de maatstaven van onze samenleving ridicuul over. Maar ook hier gaat het dus om de verantwoordelijkheid van de vader ten opzichte van zijn dochter. Want in het geval de echtgenoot gelijk heeft en het meisje geen maagd meer is, dan wacht haar de dood. Zij heeft hoererij bedreven in het huis van haar vader. Vandaar ook dat zij naar de deur (petach) van het huis van haar vader moet worden gebracht. De deur is het beeld van de grens van het huis van de vader. Zij mag nu echter ook niet daarbuiten komen.

Hoe werkt dit gebod nu in de praktijk? Is er ooit een ouderpaar geweest dat hun geliefde dochter op deze wijze gedood zou willen zien? Ik kan het me niet voorstellen. Er is dan toch altijd wel een laken met een bloedvlek te vinden… De aanleiding tot dit gebod is het gedrag van de man. Hij heeft blijkbaar na de huwelijksnacht een afkeer van zijn vrouw gekregen. Dat is dezelfde uitdrukking als we lezen over Lea. Zij was minder geliefd dan haar zuster Rachel. Zij kwam bij haar man Jakob op de tweede plaats. Voor de man is het de waarschuwing om niet met een oneigenlijke reden (een afkeer) de goede naam van de vrouw en het huis van haar vader te bezoedelen. Ook hij moet zijn vrouw op de eerste plaats zetten. Rabbi Yosef Albo (ca. 1380-1444) schrijft: “And you shall love the Lord your God” – A person cannot love two things or two persons with a perfect love, for if he loves them both, neither love is perfect since it is divided between two. It is impossible for the lover to be completely united with the loved – such as the idea of love requires – unless the loved is one.” En dat geldt ook voor zowel de man als de vrouw als beeld van de Eeuwige. Waarom dan toch dit gebod? Omdat JHWH duidelijk wil maken dat Hij Eén is en de Enige, the One and Only.

De man wil dan ook de eerste en enige zijn in het leven van zijn bruid, zodat zij samen werkelijk één kunnen worden. Eens getrouwd moet zij daarom het huis van haar vader ‘vergeten’.

Koningsdochters zijn onder Uw voorname vrouwen;

                de koningin staat aan Uw rechterhand, in het fijne goud van Ofir.

11. Luister, dochter, en zie, en neig uw oor:

                vergeet uw volk en het huis van uw vader.

12. Dan zal de Koning verlangen naar uw schoonheid;

                omdat Hij uw Heere is, buig u voor Hem neer.

Psalm 45:10-12

Serie navigatie