13 En Hij was daar in de woestijn veertig dagen en werd verzocht door de satan; en Hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden Hem.
Markus 1
In de Bijbel staat er niets voor niets. Markus vertelt ons maar heel weinig over de veertig dagen. Maar over elk van de zinnen in vers 13 is veelzeggend. De woestijn was voor Jezus een beproeving. En daar kwam ook de verzoeking. Hij was in levensgevaar vanwege de wilde dieren. Hij doorstond dat allemaal. Alles was erop gericht om Hem te beletten zijn werk als Verlosser te gaan doen. Om te verhinderen dat Hij met het offer van Zijn leven vergeving van zonden mogelijk zou maken.
Jezus was als mens gehoorzaam (Luk 2:49-51, Hebr. 5:8). “Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen” (Mark. 10:45). Hij kwam niet voor ongehoorzame engelen, maar voor ongehoorzame mensen.
En nadat deze grote test van de satan voorbij is, komen de engelen om Jezus te dienen. Engelen wonen in de hemel. Engelen – net als demonen – zijn onzichtbare geesten. Je ziet ze niet, maar ze zijn er wel. Heel soms laten ze zich zien. Ze nemen dan een menselijke gedaante aan (Gen. 19:1). Wat een tegenstelling! De satan wilde alleen zichzelf dienen. Deze engelen dienden Jezus wél. Het geeft ook aan dat Jezus hoger is dan de engelen (Hebr. 1:6). Hij stuurt zijn engelen eropuit om de mensen te dienen die door Jezus verlost worden (Hebr. 1:4, Ps. 34:8). Is het geen geruststelling om te weten dat Gods engelen je bijstaan in beproevingen en verzoekingen?