De HEERE sprak tot Mozes: Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: Wanneer u de Jordaan oversteekt, het land Kanaän in, dan moet u voor uzelf steden kiezen die u tot vrijsteden zullen dienen, zodat iemand die een doodslag begaan heeft, die zonder opzet iemand om het leven gebracht heeft, daarheen zou kunnen vluchten. Deze steden moeten u dienen tot een wijkplaats voor de bloedwreker, opdat degene die een doodslag begaan heeft, niet zal sterven, voordat hij voor de gemeenschap heeft terechtgestaan.
Numeri 35 : 9-12
De aarde is van de Heer (Psalm 24:1). Hij gaf het land Kanaän aan Zijn volk Israël. Elke stam kreeg daarin een erfdeel. Alleen de stam van Levi kreeg geen land als erfdeel (Deuteronomium 18:1-2). Maar natuurlijk moesten ze wel ergens wonen en daarom moesten de andere stammen hen steden geven. Achtenveertig steden in totaal (Numeri 35:6-7). Zes van die steden moesten aangewezen worden als vrijsteden. God vindt deze steden zó belangrijk dat Hij het op diverse plaatsen in de Bijbel heeft laten opschrijven. Eerst als gebod (Numeri 35, Deuteronomium 19), dan als het volk Kanaän tot aan de Jordaan veroverd hebben (Deuteronomium 4), en tenslotte als ze het hele land veroverd hebben (Jozua 20). Merk je wel hoe belangrijk God deze steden, deze toevluchtsoorden vindt? Ook al was de doodslager schuldig, God wil zó graag vergeven. Voor alles: eerst de toevluchtsoorden. Omdat God gerechtigheid lief heeft (Psalm 45:8)!
Het moest zo makkelijk mogelijk zijn om een vrijstad te bereiken. Daarom lagen ze goed verspreid over het land. Drie steden aan de ene en drie aan de andere kant van de Jordaan (Numeri 35:13-15). Bovendien werd het land ook in drieën verdeeld en in elk deel lag een vrijstad. De steden lagen allemaal op een berg (hoogvlakte), zodat ze goed zichtbaar waren (Jozua 20:7-8). En niet alleen voor de Israëliet, ook voor de vreemdeling. God is een toevlucht voor iedereen (Psalm 46:1)! Ook voor jou.