Toen gaf Kaleb haar hooggelegen bronnen en laaggelegen bronnen.
Richteren 1 : 14-15
Die overwint, zal alles beërven; en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn.
Openbaring 21 :7
We zagen vader Kaleb met zijn onverwoestbaar geloof in de belofte en kracht van God. Kaleb laat ons de hemelse Vader zien die graag ziet dat zijn kinderen in Zijn weg wandelen, sterk en vol goede moed. Een Vader die geëerd wordt als Zijn kinderen vruchten dragen.
We zagen de moed van de zoon Othniël, die met gevaar voor eigen leven, het bolwerk van de duivel veroverde en daarmee zijn bruid verkreeg. Hij is een bruidegom die zelf over de bruidsschat bemiddelde. Othniël laat ons de Heere Jezus zien, die Zijn leven gaf om Zijn gemeente te verkrijgen. Hij is de Middelaar die bij Zijn Vader gepleit heeft voor de wereld en voor Zijn kinderen. “Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze. (…) Zoals U Mij in de wereld gezonden hebt, heb ook Ik hen in de wereld gezonden.” (Joh. 17).
We zagen de moed van de bruid, Achsa. Vrijmoedig vroeg zij haar vader om de zegen van het water. Zodat de akkers vruchtbaar zullen zijn. We leren van haar dat we als gelovige Gemeente alleen vruchtbaar in de wereld uit kunnen gaan als we onze Vader gehoorzaam, vasthoudend, en vrijmoedig gevraagd hebben om Zijn Heilige Geest. Water voor jezelf en water voor de wereld.
Othniël en Achsa. Is het niet een sprookjesverhaal? Nee, de Bijbel is geen sprookje, maar wel een liefdesgeschiedenis. Want zó lief had God de wereld dat Hij zijn eniggeboren Zoon gaf. Het vertelt ons aan het begin wat het einde zal zijn! “Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben.”