4. Het huis van de Vader is de Tempel
Maar het woord van de HEERE kwam tot mij [David]: U hebt een grote hoeveelheid bloed vergoten en u hebt grote oorlogen gevoerd. U mag voor Mijn Naam geen huis bouwen, omdat u een grote hoeveelheid bloed op de aarde voor Mijn aangezicht vergoten hebt. 9. Zie, een zoon zal u geboren worden; díe zal een man van rust zijn, want Ik zal hem rust geven van al zijn vijanden van rondom. Ja, Salomo zal zijn naam zijn, want Ik zal in zijn dagen vrede en stilte over Israël geven. 10. Hij is het die voor Mijn Naam een huis zal bouwen, en hij is het die Mij tot een zoon zal zijn, en Ik hem tot een Vader. En Ik zal de troon van zijn koninkrijk tot in eeuwigheid over Israël bevestigen. 1 Kronieken 22:8-10.
David was koning en zijn huis zou het koningschap voor eeuwig bezitten. Maar David was een man van oorlog. Hij zou niet het Huis van JHWH bouwen. Zijn zoon Salomo zal een man van vrede en stilte zijn. Het is opmerkelijk dat de Eeuwige vervolgens zegt dat deze zoon van David Hém tot een zoon zal zijn en Hij zal hem tot een Vader zijn. Dus het huis wat deze zoon zal bouwen, is het Huis van de Vader.
En uit al mijn zonen (want de HEERE heeft mij veel zonen gegeven) heeft Hij mijn zoon Salomo uitgekozen om te zitten op de troon van het koningschap van de HEERE over Israël. 6. Hij zei tegen mij: Uw zoon Salomo, hij is het die Mijn huis en Mijn voorhoven zal bouwen. Ja, Ik heb hem voor Mijzelf uitgekozen tot een zoon, en Ik zal hem tot een Vader zijn. 7. En Ik zal zijn koningschap bevestigen tot in eeuwigheid, als hij sterk zal zijn om Mijn geboden en Mijn bepalingen te doen, zoals op deze dag. 1 Kronieken 28:5-7.
Salomo is de uitverkoren zoon. Uitverkoren tot de troon van het koningschap van JHWH over Israël. Uitverkoren om het Huis te bouwen.
Ook Jeshua heeft het over tempel als het huis van Zijn Vader. Dan bedoelt Hij een fysieke plaats.
En nadat Hij een gesel van touwen gemaakt had, dreef Hij ze allen de tempel uit, ook de schapen en de runderen. En het geld van de wisselaars wierp Hij op de grond en de tafels keerde Hij om. 16. En Hij zei tegen hen die de duiven verkochten: Neem deze dingen vanhier weg, maak niet het huis van Mijn Vader tot een huis van koophandel. 17. En Zijn discipelen herinnerden zich dat er geschreven is: De ijver voor Uw huis heeft mij verslonden. [Ps 69] Johannes 2:15-16.
Het huis van Mijn Vader tegenover een huis van koophandel. Het Grieks kent twee woorden voor huis. Oikia, dat is het adres van het gebouw. De plaats. Het andere woord is oikos. En dat wordt hier gebruikt. Oikos is de functie van het huis. De huishouding. Waar dient het voor? Is het een paleis, een tempel? Is het de woning van de Heer? Een oikos werd in de Griekse oudheid gezien als de hoeksteen van de samenleving. Het tegenovergestelde als de stad, de polis. Volgens Aristoteles is oikos een monarchie, een koninkrijk, terwijl de stad, de polis bestaat uit vele heersers. Aan het hoofd van de oikos stond de kurios, de heer des huizes. Van oikos is oikonomos afgeleid. Daarin herkennen wij ons woord economie. Een oikonomos is degene die het huishouden regelt. We zien hier dezelfde elementen terug als in de TeNaCh. Een huishouding, een koningshuis, het ouderlijk huis. Tempel te Jeruzalem is hier de oikos van de Vader. Dit huis van de Vader staat tegenover het huis van koophandel. In het huis van de Vader valt niet te marchanderen.
Het is opmerkelijk dat het huis van vader na de Evangeliën niet meer voorkomt. Dat is ook de tijd dat de tempel buiten gebruik is en is verwoest.