Henoch leefde vijfenzestig jaar, en verwekte Methusalach.
En Henoch wandelde met God,
nadat hij Methusalach verwekt had, driehonderd jaar;
en hij verwekte zonen en dochters.
Al de dagen van Henoch waren driehonderdvijfenzestig jaar.
Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God nam hem weg.
Genesis 5 : 21-24
In gedachten zie ik ze gaan: God en Henoch. De handen op de rug, het hoofd iets naar beneden. Stap voor stap. “Heere God, U hebt het hier op aarde zo ontzettend mooi gemaakt. Ik geniet er elke dag van. Dank U, dank U wel!!” Stilte. Weer een paar stappen. “Henoch, Ik merk dat je nog meer wilt zeggen. Wat heb je op je hart?” Dan barst Henoch uit: “maar al de mensenkinderen, al deze stervelingen, de meesten gaan hun eigen gang. Ze wandelen niet met U. Ze vloeken en schelden, en vooral op U. Over de ellende waar ze in zitten. Ze geven U de schuld…” Dan zwijgt hij. En God ook.
Maar niet voor lang, want God gaat Henoch uitleggen wat er aan de hand is. Henoch wordt onderwezen, ingewijd. Ook dat is de betekenis van zijn naam. Henoch, de toegewijde, wordt Henoch de ingewijde. De Heer vertelt hem wat er met de wereld gaat gebeuren.
In Lukas 24:13-35 lezen we dat Jezus aan twee wandelaars de Schriften uitlegt. Dat zijn de boeken van het Oude Testament. Ademloos hebben Kleopas en zijn vriend geluisterd terwijl ze wandelden. Hun ogen gingen open. Wat in de Schriften stond, ging over hun gestorven Vriend (Johannes 5:39).
Als jij de Bijbel leest, wandelt God met jou. En Zijn Geest laat je dan denken aan wat Jezus gezegd heeft (Johannes 14:15-17, 26). Luister goed!