Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God nam hem weg.
Genesis 5 : 21-24
Door het geloof werd Henoch weggenomen, opdat hij de dood niet zou zien.
En hij werd niet gevonden, omdat God hem weggenomen had.
Vóór zijn wegneming kreeg hij namelijk het getuigenis dat hij God behaagde.
Hebreeën 11 : 5
Een kind mocht navertellen waar de juffrouw de vorige week over verteld had. “Henoch”, zei dat kind, “ging elke dag met God een eindje wandelen. Elke dag een beetje verder weg. En toen waren ze tenslotte eens zo ver van huis gegaan, dat God tegen Henoch zei: ’We zijn nu zo ver van jouw huis vandaan en zo dicht bij Mijn huis, zou je nu maar niet met Mij meegaan?’”
Soms kun je zó ingespannen bezig zijn, dat je de tijd vergeet. Je geniet van wat je doet en je gaat er helemaal in op. Henoch en God wandelden en ‘ze vergaten de tijd’. Opnieuw wordt het ritme “En hij stierf” onderbroken. God nam Henoch weg. Hij leefde niet als alle anderen; hij hoefde ook niet te sterven als alle anderen. Hij werd niet gevonden.
Henoch hoefde niet te sterven. Wij wel – zolang Jezus niet terug gekomen is. Maar lees eens Psalm 73:23 en 24. Wat er ook gebeurt, God grijpt onze rechterhand en houdt ons zo dicht bij Hem. De dood van een gelovige is hetzelfde als het wegnemen van Henoch. Opgenomen in heerlijkheid. Dat is echt genieten!
Moet je dan wachten tot de hemel om te genieten? Nee, echt niet. Lees Filippenzen 3:17-21. Vele mensen wandelen als vijanden van Jezus. Zij genieten slechts alleen van de aardse dingen die voorbijgaan. Wie echter gelovig met God wandelt, geniet ook nu al van Zijn aanwezigheid, kracht, Geest, en vrede (Romeinen 8:16). Als God je daarmee vervult, dan vergeet je de tijd.