En het gebeurde, toen zij bij hem kwam, dat zij hem aanspoorde om een akker van haar vader te vragen.
Toen zij van de ezel afsprong, zei Kaleb tegen haar: Wat is er met je? Daarop zei zij tegen hem: Geef mij een zegen. Omdat u mij een dor stuk land gegeven hebt, geef mij dan ook waterbronnen. Toen gaf Kaleb haar hooggelegen bronnen en laaggelegen bronnen.
Richteren 1 : 14-15
Gunde Kaleb zijn dochter en schoonzoon niet meer dan een dor land? Dat lijkt me geen vraag. Het land is wel goed, maar het moet wel water hebben. En daar ontbreekt het aan: water. Dat begrijpt Achsa ook en ze springt op een ezel, en rijdt naar haar vader om hem om de zegen van de waterbronnen te vragen. Nu is het niet Othniël die het initiatief neemt, maar Achsa zelf.
Op een ezel rijdt ze naar haar vader. Een ezel is een beeld van het werkende bestaan, een beeld van gehoorzaamheid en trouw. Achsa rijdt naar haar vader. De ezel van Achsa leert ons om in gehoorzaamheid en trouw te werken. Maar dat brengt ons dus ook dichter bij God. Want leven in de woestijn maakt ons des te meer afhankelijk van God en laat ons des te meer verlangen naar water.
“Velen van ons zijn gewond, Heer, en soms voelen we ons alleen in onze strijd. Deze wereld schijnt zo zinloos, zo brutaal, en bij tijden zo boos. We voelen ons ook innerlijk krachteloos, overrompeld en zelfs ziek… We zien naar U op, o God en verlangen uw genade en kracht. Help ons te accepteren wat we zelf niet kunnen veranderen en om volledig te vertrouwen in U, grote Heelmeester, ondanks de zieke wereld rondom ons. Herinner ons eraan dat hoewel we de wereld niet kunnen veranderen, U ons genade gegeven hebt om voortdurend ons vertrouwen in U te stellen, onze heerlijke en ontfermende Heelmeester. En mogen we nooit beschaamd zijn, mogen we nooit bitterheid laten groeien, mogen onze zorgen ons leiden van kracht tot kracht. En mag deze tijd van beproeving ons grotere wijsheid brengen, compassie, en uiteindelijk terug bij U. Amen.”[1]
[1] https://www.facebook.com/Hebrew-for-Christians-56347292809/?fref=nf post op 23 juni 2013, vertaald