Heiligheid

En het gebeurde, toen de priesters uit het heiligdom gingen, dat de wolk het huis van de HEERE vervulde. Vanwege de wolk konden de priesters niet blijven staan om dienst te doen, want de heerlijkheid van de HEERE had het huis van de HEERE vervuld.

1 Koningen 8 : 10-11

De woestijnreis ligt ruim vierhonderd jaar achter ons (1 Koningen 6:1) als koning Salomo de Tempel gaat bouwen. Al die jaren heeft God in de tent van ontmoeting gewoond. Nu is het tijd voor een vaste woning, een Tempel. Waarom nu? De Tabernakel was prachtig en vol betekenis. Maar toch, het volk woonde nu in Kanaän en koning David had een prachtig paleis in Jeruzalem laten bouwen. En toen hij uitrustte, zei hij: ik woon in een mooi huis, maar de Ark staat nog onder een tentdoek. En hij nam zich voor om een Tempel te bouwen (2 Samuël 7:1). Maar daar steekt God een stokje voor. Niet David, maar zijn zoon Salomo mag dat doen. Waarom? David had oorlogen gevoerd om Israël rust te bezorgen. Hij had bloed vergoten. Salomo is koning in het vrederijk. Daarin is een vaste woning voor de God van Israël op zijn plaats.

Nu wordt de Tempel in gebruik genomen. Opnieuw wordt het heiligdom omgeven door de wolk en vult de Glorie van God de Tempel. Indrukwekkend! De priesters kunnen niet blijven staan om hun werk te doen. Dat brengt Gods ontzagwekkende heiligheid met zich mee. Ook Daniël (Daniël 10:15-19) en Johannes (Openbaring 1:17) hadden geen kracht meer toen ze de Heere Jezus zagen. Wie bij God komt, moet voor Hem knielen.

Want Gods huis is een huis van gebed (2 Kronieken 6:29). De Heere Jezus dreef de geldhandelaren uit de tempel, omdat het een huis van gebed voor iedereen was (Mattheus 11:17). Buig je daarom voor Hem neer!