Daarna zei Mozes tegen Aäron: Zeg tegen heel de gemeenschap van de Israëlieten: Kom naar voren, voor het aangezicht van de HEERE, want Hij heeft uw gemor gehoord. 10 Terwijl Aäron tot heel de gemeenschap van de Israëlieten sprak en zij zich naar de woestijn keerden, gebeurde het dat, zie, de heerlijkheid van de HEERE in de wolk verscheen.
Exodus 16 : 9-10
Je hebt vast wel eens de geur van vers brood geroken. Heerlijk. Daar word je zelfs vrolijk van! Maar honger is een pijnlijke vijand.
Al een maand verblijven de Israëlieten in de woestijn. God had grote wonderen gedaan. De Egyptenaren waren verdronken in de Rode zee (Exodus 14). Bij Mara maakte Hij het bittere water drinkbaar. Want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester (Exodus 15:26). Maar nu, na de verfrissende rust in Elim zijn ze weer verder getrokken, de woestijn in. Het duurt echter niet lang of iemand begint te mopperen. Anderen worden aangestoken. Want ze hebben honger. Het eten uit Egypte is op. Waar in deze woestijn is vers brood te krijgen? De Israëlieten mopperen zó erg! Ze hadden liever gehad dat de HEERE hen in Egypte had laten sterven. Dan hadden ze in elk geval nog vlees en brood gehad. De ellende van vandaag maakt vaak de vroegere ellende minder erg.
Wat doet God nu als Hij dit gemopper hoort? Net als een vader die wat tegen zijn kind wil zeggen, vraagt ook deze Vader Zijn kinderen om bij Hem te komen. Krijgen ze een standje? Nee, dit keer niet. God zegt: Ik zal jullie laten zien wat Ik kan en heb. Ik zal jullie Mijn heerlijkheid laten zien. Zoals Jozef tegen zijn vader Jakob laat zeggen: dit is al mijn heerlijkheid in Egypte (Genesis 45:13) [1].
Ook dit hoort bij het loslaten van het slavenbestaan. Het gevolg van deze heerlijkheid was elke dag Manna! God zorgt voor Brood uit de hemel. Jezus is Zelf het levende Brood.
Wolken vertellen over de heerlijkheid van God. Hoe Hij voor jou zorgt. Zodat jij zegt: dát is nu míjn Vader!
[1] Zo staat het in de Statenvertaling.