De HEERE zei toen tegen haar: Er zijn twee volken in uw schoot, en twee naties zullen zich uit uw lichaam vaneenscheiden. Het ene volk zal sterker zijn dan het andere en de meerdere zal de mindere dienen.
Genesis 25 : 23
Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden. De één was een Farizeeër en de ander een tollenaar.
Lukas 18 : 10
Rebekka verwacht een tweeling: Ezau en Jakob. Deze twee ruziën al in de buik van hun moeder. Eenmaal geboren gaan ze elk hun eigen weg.
Twee is het getal van verdeling, van verbinding en verdubbeling. Tussen twee punten kun je een lijn trekken: een grens. De ene kant en de andere kant. De lijn vormt ook de verbinding tussen de punten. En twee is meer dan één.
Een mooi Bijbels voorbeeld is het volk Israël dat uit Egypte trekt naar Kanaän. De getalswaarde van Mitsraïm[1] (Egypte) is 380 en dat van Kanaän is 190; precies de helft. Van Egypte (2) naar Kanaän (1). Maar onderweg in de woestijn verlangen ze terug naar Egypte. Ze hinken op twee gedachten. Een dubbelhartig man is onstandvastig in al zijn wegen, zegt Jakobus 1:8.
Twee mensen gingen op naar de tempel, een farizeer en een tollenaar. Zij gingen hetzelfde doen: bidden. Maar ze waren totaal verschillend. Of de gelijkenis van de vader met zijn twee zonen (Lukas 15). Het Hebreeuwse woord voor vader is Abba: אבא getalswaarde: 1.2.1. De jongste vroeg zijn erfenis op en vertrok. De oudste zoon[2] bleef thuis. Maar toen de jongste weer terug kwam, wilde de oudste zoon niet thuis komen; hoezeer de vader hem ook bad. Zie je, beide zonen mogen terug komen in het huis[3] van Vader.
Net als jij.