En Hij kwam in Bethsaïda; en ze brachten een blinde bij Hem en smeekten Hem dat Hij hem aanraakte.
En toen Hij de hand van de blinde genomen had, leidde Hij hem het dorp uit; en nadat Hij in zijn ogen gespuwd en de handen op hem gelegd had, vroeg Hij hem of hij iets zag.
En hij keek op en zei: Ik zie de mensen, want ik zie hen, als bomen, rondlopen.
Daarna legde Hij de handen opnieuw op zijn ogen en liet hem weer kijken. En hij was hersteld en zag allen heel duidelijk.
En Hij stuurde hem naar zijn huis en zei: Ga niet het dorp in en zeg het tegen niemand in het dorp.
Markus 8 : 22-26
“Mondje dicht” Blijkbaar woonde de man niet in Bethsaïda. Hij mag niet meer terug naar het dorp. Niet meer naar het volk Israël dat niet wilde geloven in hun Messias. Dan blijft er maar een plek over: de rest van de wereld. Hij gaat naar zijn eigen huis.
Ooit stonden er twee bomen in het Paradijs: de levensboom en de boom van kennis van goed en kwaad. De vrucht van de laatste boom was niet voedzaam; het kwaad geschiedde. Het goede ook, want God gaf Zijn Zoon om te herstellen wat afgebroken was. Hij was een Loot uit een afgehouwen stronk (Jesaja 11:1). Het volk Israël is die stronk (Romeinen 11:7-8). Jezus kwam tot het Zijne, maar de zijnen namen Hem niet aan (Johannes 1:11). Daarom zei Hij tot de genezen man: ga niet terug naar het dorp en houd je mond.
Maar, zelfs van een afgehouwen boom is verwachting. (Job 14:7-9). Zo is ook van Israël verwachting, want God doet geen half werk. Nog is deze afgehouwen stronk vruchtbaar als zij uit de Wortel van Isaï gaat leven (Jesaja 11:10-11). Heidenvolken zullen dan naar deze Wortel vragen! Zij worden ingeënt in de olijfboom die Israël is (Romeinen 11:16-24). Ben jij al ingeënt?
Wat uiteindelijk overblijft, is de boom des levens (Openbaring 22:2). Dát is verwachting, en daar kijk ik naar uit. Jij ook?