En Hij kwam in Bethsaïda; en ze brachten een blinde bij Hem en smeekten Hem dat Hij hem aanraakte.
En toen Hij de hand van de blinde genomen had, leidde Hij hem het dorp uit; en nadat Hij in zijn ogen gespuwd en de handen op hem gelegd had, vroeg Hij hem of hij iets zag.
En hij keek op en zei: Ik zie de mensen, want ik zie hen, als bomen, rondlopen.
Daarna legde Hij de handen opnieuw op zijn ogen en liet hem weer kijken. En hij was hersteld en zag allen heel duidelijk.
En Hij stuurde hem naar zijn huis en zei: Ga niet het dorp in en zeg het tegen niemand in het dorp.
Markus 8 : 22-26
“Zie je al wat?”. Dat is een rare vraag van Jezus! Wie is hier nu de Messias? Vele anderen genas Hij door Zijn woord, maar bij deze man gaat het heel anders. Hij raakt de man aan. En hoe?!
Eerst neemt Hij de man bij de hand. Ze gaan het dorp uit. Later, als hij weer ziet, mag de man niet eens meer terug. De tijd om van Jezus te getuigen is dan voorbij. Net zoals ooit de Israëlieten door Mozes uit Egypte werden geleid (Handelingen 13:17). Het was niet de bedoeling dat ze ooit weer terug gingen naar dat land.
Jezus’ medelijden met verloren, blinde mensen is zo groot dat Hij deze man gaat genezen. Hij spuugt op de oogleden van de blinde. Dat is ook al zo vreemd. Op iemand spugen was teken van verachting (Jesaja 50:6). Niet dat Jezus de man verachtte, maar wel de blindheid van deze man. We kunnen het ook anders zien, want speeksel heeft ook een heilzame werking. Nergens genezen wonden sneller als in je mond.
Als Jezus dan de handen op de man legt, vraagt Hij: “Zie je al wat?”. Is Jezus zijn macht kwijt? Probeert Hij maar wat? Nee, natuurlijk niet. Maar wij moeten niet letten op de vraag van de Heiland, maar op het antwoord van de man!
Soms letten wij op de verkeerde dingen.