10. Dagen tellen

Deze post is deel 11 van 0 in de serie Een familiegeschiedenis

Adam leefde honderddertig jaar,

en verwekte een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn beeld;

en hij gaf hem de naam Seth.

Adams dagen waren, nadat hij Seth verwekt had, achthonderd jaar;

en hij verwekte zonen en dochters.

Al de dagen die Adam leefde, waren negenhonderddertig jaar;

en hij stierf.

Genesis 5 : 3-5

Nog zoveel dagen en dan ben ik jarig! Je telt je dagen af. Zo tellen we heel wat keren de dagen af. Wij zijn mensen van de dag. Of je nu 15, of 75, of 750 jaar wordt: er is de dag van je leven én een dag van je sterven. Daarom staat er ook van Adam: hij leefde en hij stierf. Maar oúd dat deze man werd! Adam leefde 930 jaar. Dán maak je veel mee! En  wat vertelt de Bijbel dan over zijn leven? Bijna niets. Hij werd geschapen, hij gaf de dieren een naam, hij trouwde Eva, hij zondigde, hij kreeg Kaïn, Abel, Seth en nog veel meer kinderen. Maar wát deed hij al die jaren nog meer?

Mozes schreef naast Genesis ook een psalm. Deze psalm 90 heet ook wel de ‘oudejaarspsalm’. Lees deze psalm maar eens, dan begrijp je wel waarom. Duizend jaar zijn in Gods ogen als de dag die voorbijgegaan is. Als je oud wordt, gaan de jaren tellen, zeventig, tachtig jaar. Hoe ziet dat leven er volgens Mozes uit? Het voornaamste is moeite en verdriet. Vind je dat somber? Moet je eens kijken op nu.nl of in de krant. Wat zie je dan vooral? Een en al ellende.

Daarom geeft Mozes ons een dringend advies: Tel je dagen zó dat je een wijs hart krijgt (Psalm 90:12). Wijs staat tegenover dwaas. Dwaze mensen zeggen in hun hart: God bestaat niet (Psalm 14:1). Wijze mensen houden rekening met God. Elke dag van hun leven. Dat is wat telt! Echt waar!