J. van Moolenbroek

laatst bijgewerkt:
dinsdag 30 maart 2004

 

 

Start
Kennis van ADHD
Het onderzoek
Het resultaat
Leerkracht Tips
Literatuur
Gastenboek

 

Deze website wordt niet actief bijgewerkt. Deze scriptie is in 1999 geschreven.

Onderzoeksresultaten

Bevordert een spaarsysteem, waarin gedrag en (huis)werk gekoppeld worden aan een beloning het functioneren van een jongere met ADHD in het voortgezet onderwijs? Werkt het? Dat is de centrale vraag van dit onderzoek. Bij de beantwoording van deze vraag komen vanzelf de problemen bij de uitvoering naar voren. Deze problemen vormen tegelijk de basis voor de randvoorwaarden bij het gebruik van zo'n spaarsysteem. Dat een spaarsysteem werkt, heeft Barkley reeds onderzocht. Hij zegt o.a. "Een beloningssysteem kan het hele jaar doeltreffend zijn, mits de beloningen regelmatig worden veranderd. ADHD-kinderen zijn sneller uitgekeken op een bepaalde beloning dan andere kinderen. Dit laatste betekent experimenteren, want hoe snel is 'sneller'? En welke beloning is gepast? Barkley geeft handvatten, maar je moet zelf sturen!

Informatievoorziening
Hoewel Willem-Jan zelf aangeeft dat het inlichten van de docenten volgens hem geen effect heeft gehad, is dit in tegenspraak met wat zijn ouders zeggen en wat docenten het hele jaar in praktijk hebben gebracht. Geen enkele leerling heeft zoveel extra kansen gekregen dan hij!
Veel van de aan docenten verstrekte informatie wordt in de lessituatie herkend. Dat benadrukt tegelijk de noodzaak om al aan het begin van het jaar goede informatie te verstrekken. Ook de ouders wijzen er op in hun aanbevelingen: duidelijkheid over wat er aan de hand is. Dat kweekt begrip. Of dat altijd in de vorm van een bijeenkomst moet, staat ter discussie, aangezien niet iedereen de gehouden bijeenkomst bezocht heeft, maar wel de verstrekte informatie gelezen heeft. Een punt van aandacht voor een mentor of coördinator is dat ook aan docenten die in de loop van het jaar de klas les gaan geven, de informatie krijgen.

Als bekend is dat een jongere ADHD heeft, dan is het een goede zaak om een geschikte klas uit te zoeken. Wat kunnen de criteria zijn?

bullet Een klas waarin niet te veel groepjes opereren, die een eenheid vormt. Meestal is dit ook een sociale klas.
bulletDe klasgrootte.
bulletEen klas die verantwoordelijkheid kan dragen.

Door de klas in te lichten, wordt verantwoordelijkheid gevraagd en gegeven. In de antwoorden van de klasgenoten komt dan ook naar voren dat het merendeel geprobeerd heeft om Willem-Jan te helpen en hem niet aan de gang te maken.

PlussenSpaarPlan
De werking van het PSP werd sterk beïnvloed door het verloop van het schooljaar, zoals in het begin van dit hoofdstuk is beschreven. Vergelijken we de resultaten die verzameld zijn onder de verschillende respondenten dan is het opmerkelijk dat eenzelfde percentage (38%) zowel van de docenten als van klasgenoten vindt dat het spaarplan heeft gewerkt. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat er onder de docenten ook enkele zijn die genuanceerder geantwoord hebben, zodat bijna de helft van de docenten redelijk positief is. De nuancering die zowel docenten als leerlingen aanbrengen, is dat het PSP niet permanent gewerkt heeft. Met name in het begin heeft het gewerkt, later niet meer. Dit is zeer waarschijnlijk toe te schrijven aan de situatie, zoals ook blijkt uit het antwoord van de ouders van Willem-Jan.

Zowel docenten als klasgenoten geven desinteresse of gebrek aan motivatie aan bij het falen van het spaarsysteem. Nu is het de vraag of dit gebrek aan motivatie ook aanwezig was in het begin van het jaar, toen een nieuwe start werd gemaakt. Uit de antwoorden van de ouders blijkt van niet. Respondenten zullen dan waarschijnlijk hun visie vooral hebben laten bepalen door de tweede helft van het jaar, toen deze interesse er inderdaad niet was. Ook was het toen onmogelijk om met een PSP te werken. Dat Willem-Jan desinteresse en onverschilligheid naar zijn klasgenoten toonde is te begrijpen. Het ging niet, zoals hij zich voorgesteld had, en hij had de moed verloren. Je moet je dan ook een houding geven. Het is dan ook niet reëel om de opmerkingen van docenten en klasgenoten dat het PSP niet werkt, als een hard gegeven te beschouwen. Bij het kiezen van een vorm van een PlussenSpaarPlan moet in ieder geval aandacht besteed worden aan de eventuele fraudegevoeligheid ervan.

Omgaan met ...
Welke concrete leerpunten over het omgaan met en begeleiding van een jongere met ADHD in het voortgezet onderwijs kunnen er gehaald worden uit dit onderzoek? Zowel docenten als klasgenoten vinden in de klas een paar reacties belangrijk. Veel strategieën zijn simpelweg goede onderwijsmethoden, maar enkele gelden in het bijzonder in de begeleiding van een jongere met ADHD. Allereerst geduld hebben, rustig blijven en niet boos worden. Bereid zijn om weer opnieuw te beginnen. Een ADHD-er leert slecht van zijn fouten en is niet in staat om de gevolgen te overzien, om vooruit te kijken. Vervolgens negeren, een negatieve beloning van gedrag. Zeker als de klas daarin meewerkt door niet te reageren op het gedrag van de klasgenoot met ADHD is dit een effectief middel. Mocht een standje nodig zijn, dan is een korte en duidelijke opmerking het beste. Dit benadert de autoritaire stijl. De laatste, maar misschien wel de belangrijkste methode is het tonen van interesse en het geven van complimentjes. Meerdere respondenten geven aan dat Willem-Jan daarvoor gevoelig is. Opmerkelijk is de keuze van Willem-Jan dat gesprekken met mij voor hem veel betekenden. Het blijkt dat een persoonlijke band heel belangrijk is.

Elk mens is uniek en ADHD komt nooit alleen. Dat is een extra moeilijkheid in de begeleiding. Het betekent een intensieve begeleiding. Het is dan ook goed om de grenzen van de mogelijkheden van de school in de gaten te houden. Kan een school de gewenste begeleiding bieden? Is er genoeg deskundigheid (of motivatie om die deskundigheid op te doen)? Aan de andere kant: een school heeft veel mogelijkheden. Dit onderzoek laat zien dat, ook al wordt een doel niet bereikt: (een goede) begeleiding erger voorkomt.

Conclusies

bullet Een goede informatievoorziening over de problematiek onder docenten en klasgenoten geeft begrip.
bullet Klas heeft een belangrijke functie in het controleren en stimuleren van een jongere met ADHD. Een klas moet dan ook geschikt zijn om die verantwoordelijkheid te dragen.
bulletEen spaarsysteem werkt, mits er zich geen complicaties voordoen. Er moet wel 'maatwerk' geleverd worden.
bullet Een goed contact met de ouders is heel belangrijk. Het spaarplan moet van tevoren goed doorgesproken zijn met de ouders. Met name de beloningen.
bullet Een spaarplan moet door docenten nauwgezet worden ingevuld.
bullet Geduldig zijn, rustig blijven, negeren, interesse tonen en het geven van complimenten zijn belangrijke methoden om een jongere met ADHD in de klas te begeleiden.
bullet De begeleiding is intensief en in velerlei vorm, van gesprekken en aandacht hebben voor de gespaarde punten (controle).

 

Start Inleiding Symptomen Oorzaken Overige Behandeling Onderwijs