J. van Moolenbroek

laatst bijgewerkt:
dinsdag 30 maart 2004

 

 

Start
Omhoog
Het onderzoek
Het resultaat
Leerkracht Tips
Literatuur
Gastenboek

 

Deze website wordt niet actief bijgewerkt. Deze scriptie is in 1999 geschreven.

Behandeling

Mensen met ADHD kunnen met diverse behandelwijzen gehopen worden. Tegen aangeboren stoornissen is natuurlijk niet veel te doen. Wel zijn er verschillende behandelingen die symptomen kunnen bestrijden of die het leven met een stoornis vergemakkelijken. In deze paragraaf wordt er een aantal op een rijtje gezet zonder volledig te willen zijn.
bullet

Psychotherapie: helpt mensen met AHDH aan een beter zelfbeeld en acceptatie van zichzelf, ondanks hun stoornis.

bullet

Cognitieve gedragstherapie: helpt ADHD-ers te werken aan directe zaken. Probeert direct gedrag te veranderen. (organiseren van het werk, praktisch). Cognitieve therapie als methode om controle te krijgen over het denken. (Paternotte, 1994).

bullet

Sociale vaardigheidstraining.

bullet

Support of coaching: mensen rondom ADHD-ers zijn belangrijk, ze delen frustraties en successen. Ook in het onderwijs kan 'peer tutoring' (door een klasgenoot) een deel van de begeleiding zijn. (ADDNet UK, 2000). Ook Compernolle (Paternotte, 1994) benadrukt het belang van een sociaal netwerk.

(Kader 2.5)

Helping your child with ADHD is like solving a jigsaw puzzle: you have to identify the "pieces" that are important in solving your child's `puzzleŽ.

bullet

Training van ouders in het omgaan met hun kind. (time-out, beloningssysteem, kwaliteitsuurtje). Barkley geeft prima handvatten in zijn boek 'Diagnose ADHD'. Via de verandering van gedrag van de ouders wordt het gedrag van het kind beïnvloed, veranderd.

bullet

Medicijnen. Op korte termijn kan de hersenfunctie verbeterd worden door medicijnen, maar de onderliggende oorzaak wordt niet weggenomen. Stimulanten doen de afgifte van Dopamine toenemen en remmen heropname ervan. Verder remmen ze de opslag van dopamine in blaasjes en verhinderen de afbraak van dopamine door enzymen. Dopamine blijft dus langer beschikbaar om haar werk te doen. Bekende stimulanten zijn op dit moment de amfetamine-achtige stoffen, zoals Ritaline (methylphenidate), Cylert (pemoline) en Dexedrine (dextroamphetamine). De site: neuroscience for kids is een bron van informatie, ook over amfetamines.

"Als medicijn toegediend maakt het kinderen met ADHD beter bereikbaar voor opvoedkundige en onderwijskundige maatregelen. In de Verenigde Staten wordt wel eens gezegd: zoals een bijziende goede ogen heeft, maar een bril nodig heeft om goed te kunnen zien, heeft een kind met ADHD Ritalin nodig om goed te kunnen luisteren. In Nederland vinden we dat wat overtrokken, wat niet wegneemt dat ook bij ons het gebruik van amfetamine-achtige stoffen bij kinderen met ADHD een grote rol is gaan spelen." (Verheij, 1998)

Dat deze medicijnen en belangrijke rol spelen blijkt ook uit het gegeven dat Ritaline in Amerika door 15 % van de kinderen wordt geslikt. (De Vries, 1999). En dat terwijl 3-5% van de kinderen ADHD heeft. Lawrence Diller, kinderarts in Amerika, waarschuwt ook al voor een te snelle diagnose, met name in verband met het ‘wondermiddel’ Ritalin. ‘Wees op uw hoede als de dokter binnen vijftien of twintig minuten Ritalin voorschrijft,’ zegt hij op zijn homepage.
Statistieken, vermeld in een artikel in TIME magazine, laten zien dat de productie van Ritaline in de VS in de laatste 8 jaar verzevenvoudigd is. Daarvan wordt 90% geconsumeerd (!) door de Amerikanen zelf. (Gibbs, 1998). Dit roept de intrigerende vraag op naar het waarom van deze stijging. (engels: skyrocketed!). Gibbs schrijft dat een mogelijke reden 'druk' is. Druk van leerkrachten op kinderen om zich te gedragen, druk van ouders die hun kinderen graag de school zien afmaken en slagen in de maatschappij en druk van de maatschappij op kinderen om meer en beter te doen op steeds jongere leeftijd.

Ritaline: bij misbruik verslavend voor teenagers en volwassenen, maar ze maken zelden kinderen 'high' of zenuwachtig. (NIMH, 1994). Ook in Nederland neemt de belangstelling voor -m.n. Ritaline- toe, getuige de geregelde publicaties in de pers. (Eggink, 2000; Braams, 1999; Algra, 1999; Lander, 1999). Een aantal artikelen is verzameld in de bijlage 'Ritaline'.

Afhankelijk van de comorbiditeit worden ook andere medicijnen voorgeschreven, zoals antidepressiva (Pertofan, Prozac). Waarschijnlijk wordt de hoeveelheid dopamine en norepinephrine in het voorste gedeelte van de hersenen vergroot.
Clonidine (dixarit) wordt normaal voorgeschreven voor een te hoge bloeddruk, maar nu ook voor ADHD-ers met syndroom Gilles de la Tourette. Het verbetert het concentratievermogen niet in die mate als bij andere middelen, maar is wel net zo effectief met betrekking tot agressief en impulsief gedrag en daardoor het meest geschikt voor ADHD-ers die zeer opstandig zijn of een gedragsstoornis hebben. (Barkley, 1995)

 

Start Inleiding Symptomen Oorzaken Overige Behandeling Onderwijs