J. van Moolenbroek
laatst bijgewerkt:
dinsdag 30 maart 2004
| |
Kennis van ADHD
Wat is ADHD? ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity
Disorder, dat wil zeggen een Aandachtstekortstoornis met
hyperactiviteit. Bedoeld wordt niet een tekort aan aandacht door de
omgeving, maar ADHD-kinderen kunnen slechts korte tijd hun aandacht
bij iets houden. Anders gezegd: ADHD is een ontwikkelingsstoornis van
het vermogen om het gedrag onder controle te krijgen met het oog op
de toekomst. "Het niet kunnen remmen van gedrag",
waarschijnlijk veroorzaakt door verminderde werking van bepaalde
hersendelen.
Welke problemen geeft dit (zeker als er geen medicijnen worden gebruikt):
|
Problemen met uitstel van beloning. |
|
Moeite met impulsbeheersing ("eruit
flappen", niet op de beurt kunnen wachten) |
|
Gemakzucht |
|
Te veel risico's nemen (impulsief!) |
|
Impulsief denken |
|
Hyperactief |
|
Hyperresponsief (reageren (te) snel) |
|
Moeite met opvolgen van instructies (impulsief in
gedachten; alweer aan iets anders denken; je zou het 'onrust in de
gedachten' kunnen noemen) |
|
Ongelijkmatig patroon van werken |
Een leerlingen die medicijnen slikt, kan daardoor
beter functioneren. Daarom vallen deze kenmerken in de klas niet altijd direct
op. Docenten zullen hem echter blijvend moeten stimuleren (positieve opmerkingen zijn
beloningen!) en helpen (door een duidelijke structuur in de les aan
te brengen). Als een leerling met ADHD zijn motivatie om ervoor te gaan, eenmaal kwijt
is, is het ontzettend moeilijk om deze motivatie weer te pakken te
krijgen. Dan zul je ook de kenmerken gaan herkennen!
(Kader 2.1)
Ik weet dat ik niet met urenlange discussies moet
aankomen, want zoiets heeft geen enkel effect. Als ik iets duidelijk
wil maken, doe ik dat kort en bondig, want als het lang duurt, is hij
al lang met iets anders bezig. Over dingen die hem obsederen, zoals
computers, kan hij echter wel een lang gesprek voeren. Het gaat dan
over iets concreets. (een moeder over haar zoon
met ADHD, in: Psychologie
Magazine, april 1999). |
ADHD'ers lijken naar die aspecten van een situatie te worden
getrokken die de meeste beloning opleveren, het leukst zijn of het
meest bekrachtigend. Iedereen streeft naar een beloning (waardering,
rust, schouderklopje, diploma, enz.), wat dan ook).
Mensen zonder ADHD kunnen hun gedrag zo remmen, dat de beloning
uitgesteld kan worden. Wordt ADHD-gedrag niet of
niet voldoende (snel) beloont, dan wordt de aandacht van een ADHD-er
verlegd naar een activiteit die dat wel doet. Een kind met ADHD leert
niet (of weinig) van zijn fouten. Wat je vandaag verboden hebt, doet
het morgen weer, ook al toont het oprecht berouw. (Kader 2.1)
|
|