J. van Moolenbroek

laatst bijgewerkt:
dinsdag 30 maart 2004

 

 

Start
Omhoog
Het onderzoek
Het resultaat
Leerkracht Tips
Literatuur
Gastenboek

 

Deze website wordt niet actief bijgewerkt. Deze scriptie is in 1999 geschreven.

Onderwijs

"Veelvuldig bijsturen is dus de boodschap. ... Een en passant op de bank geplaatste vinger, een zacht op de schouder geplaatste hand hebben hetzelfde resultaat: tot de volgende keer is de leerling er weer bij." (Vugt, 1999)

 

Twee dingen zijn voor een jongere met ADHD in het onderwijs onontbeerlijk: structuur en controle. (Vugt, 1999; Bos et al, 1999). Hallowell (1994) noemt naast structuur ook opvoeding en aanmoediging.

Kinderen met ADHD zijn sterk vertegenwoordigd in het speciaal onderwijs. (Verheij, 1998); Barkley (1994) schat 40%, 35% blijft 1x zitten voordat ze naar de middelbare school gaan en bijna 35% maakt de middelbare school niet af. 40-50% wordt op een of andere wijze ondersteund, al of niet met remedial teaching.

ADHD-gedrag kan van uur tot uur en van dag tot dag fluctueren, wat het onderwijs geven niet vergemakkelijkt. Ouders en leerkrachten zeggen dan: "Ik weet dat je het kan..." De vraag van het moment bepaalt de uitvoering: ADHD-symptomen komen meer naar boven bij taken die een langdurige inzet, remming, organisatie en zelfregulatie vereisen. (LDOnline, 1996). En dat terwijl de organisatiestructuur van de school eist dat de kinderen stil kunnen zitten, onafhankelijk kunnen werken en hun spullen kunnen organiseren!

 

(Kader 2.7)

"Be sure to praise the teacher after your child has a good day or good week at school and let him or her know that he or she is appreciated. However, don't overdo the communication. Remember that teachers have many other things to do so keep your daily or weekly communications brief. " (ADHD living Guide)

 

ADD-vice for UK teachers

 

Voor kinderen en jongeren die in het reguliere voortgezet onderwijs hun plekje hebben, is een aantal items belangrijk:

 

bullet

relatie ouders - school

bullet

relatie leerling - docent

bullet

bieden van structuur, aanmoediging en controle

 

Relatie ouders - school


Communicatie tussen ouders en school is essentieel. Een docent is een van de weinigen die hun kind (goed) leert kennen!
In het voortgezet onderwijs zijn er natuurlijk al gauw twintig docenten die aan een klas lesgeven. Allemaal verschillend met een een eigen stijl en eigen regels.
In het contact met de school is in de meeste gevallen de mentor de eerst aangewezen persoon in de contacten naar de ouders toe. (Zie ook kader 2.7).

"All the research shows that one of the most important thing for children's success is a close parent-teacher relationship," says Dr. Robert B. Brooks, Ph.D., a clinical psychologist on the faculty of Harvard Medical School and author of The Self-Esteem Teacher. When your child has ADHD, establishing and maintaining a positive alliance with his teacher is even more vital." (Mades, 2000)

Of grafisch gezien (Bos et al, 1999):

 

 

Om een goede gesprekspartner te zijn en een jongere met ADHD te kunnen begeleiden, moet een mentor (docent) dus kennis van zaken hebben. Ouders kunnen en moeten hierin stimuleren door (bronnen van) kennis aan te dragen. "Research into human behaviour will never end, and new theories related to AD/HD continue to evolve. If you want to be effective with difficult children it is important for you to create your own conceptual model: this can be most effective if it is a mature blend of personal experience and recent research findings." (ADDNet, 2000). Met andere woorden: persoonlijke ervaring en recent onderzoek vormen de basis voor een de ontwikkeling van een eigen omgangsmodel. Een mentor dient deze kennis dan weer verder over te dragen naar de rest van het team.

 

Relatie leerling - docent (mentor)

Gedrag van mensen wordt mede beïnvloed door de omgeving. Omdat ADHD-gedrag naast 'nature' ook bepaald wordt door 'nurture' kan een mentor of docent een grote invloed hebben op de begeleiding van een leerling met ADHD. Het al dan niet aannemen van hulp, aanwijzingen en terechtwijzingen wordt in belangrijke mate bepaald door de relatie tussen leerling en docent. Hoewel dit algemeen bekend is, moet een docent zich dit steeds realiseren én dit bewust hanteren in de omgang met de betrokken jongere.
Eén van de kenmerken van ADHD is dat een leerling niet leert van zijn fouten. Een begeleidende mentor of docent moet dus in ieder geval beschikken over een grote mate van geduld.

50 tips onthouden of toepassen lukt nooit. Ze zijn ook niet altijd goed in iedere klassituatie toe te passen, maar zoals reeds hierboven gezegd, iedere docent of mentor zal maatwerk moeten leveren. Er is niet één ADHD-syndroom, maar er zijn er vele. (Hallowell, 1994).

 

(Kader 2.8)

"Avoid distracting stimuli. Try not to place students with AD/HD near air conditioners, high traffic areas, heaters, or doors or windows." (Teaching children with ADHD, ADDNet UK, 2000)

 

 

Bieden van structuur, aanmoediging en controle

Veel tips in de literatuur zijn handig voor het basisonderwijs, waar (meestal) dezelfde juf of meester voor de klas staat. Een band is immers belangrijk bij jongeren met ADHD.

Ook zijn veel van de strategieën voor speciaal onderwijs simpelweg goede onderwijsmethoden: vertel leerlingen vooraf wat je gaat doen, zowel geschreven als mondelinge info, gebruik visuele hulpmiddelen. (NIMH, 1994). Hoewel die methoden voor iedere leerling goed zijn, geldt dat juist bij uitstek voor kinderen met ADHD. Structuur en Controle!

Structuur wordt gestimuleerd door vaste regels in het lokaal, maar ook door vermijding van zoveel mogelijk prikkels (Kader 2.8). Zet een leerlingen met ADHD op een plaats met weinig afleiding, vlakbij het bureau. Structuur aanbrengen, betekent consequent zijn. Ook bij het wisselen van activiteiten moet een docent ervoor zorgen dat dit vroeg genoeg aan een leerling met ADHD duidelijk is gemaakt. Barkley: 'De belangrijke boodschap aan onderwijzers is hier: Denk hardop, denk vooruit."

Aanmoediging in de les bestaat voor een belangrijk gedeelte uit het geven van complimentjes. Dit 'geven van aandacht' geordend en systematisch gebruiken, vereist een grote vaardigheid. Een docent moet een leerling met ADHD als het ware 'betrappen' op goed gedrag. (Barkley, 1995).
Het gebruik van beloningen en aanmoedigingspremies gaat altijd voor het gebruik van straf. Streef ernaar om 2-4 keer te belonen voor er gestraft wordt. (verhoogd het gevoel van eigenwaarde!) (ADDNet, 2000).

Controle van gedrag behelst meer dan alleen maar controle op het huiswerk. Het omvat eigenlijk al het gedrag. Een ADHD-er kan zelfs zijn pillen vergeten.
Korte standjes, zonder emotie uitgesproken, zijn zeer doeltreffend, evenals frequent oogcontact. Voorkom een negatieve spiraal.
Huiswerk: "For older children or longer assignments, it may be useful to plan a project "reporter style" - have them fill out a sheet answering the questions who? what? where? when? why? how? and review the sheet with them." (ADHD Living Guide, 2000).
En: "Encourage parents to set up appropriate study space at home, with set times and routines established for study, parental review of completed homework, and periodic notebook and/or book bag organisation." (ADDNet, 2000).

Een beloningssysteem heeft al de drie elementen, structuur, aanmoediging en controle, in zich. Een leerling met ADHD kan punten verdienen met goed gedrag, terwijl negatief gedrag bestraft wordt met aftrek. Bij een afgesproken hoeveelheid punten krijgt de leerling een beloning. Dit kan een privilege zijn of een tastbaar iets. Zo'n beloningssysteem geeft direct feedback over gedrag.
Zeker in het voortgezet onderwijs is het zinvol om een 'thuisgebonden beloningssysteem', zoals Barkley het noemt, te hanteren, dat wil zeggen, dat het aantal punten of een waardering mee naar huis gaat, en dat daar de beloning gegeven wordt. Vele variaties zijn op dit thema mogelijk; voor elk kind kan een eigen systeem worden ontwikkeld. (zie Figure 4. Kenny's Home-School Behavior Checklist))
Een beloningssysteem werkt doeltreffend, mits de beloningen regelmatig worden veranderd. Ook moet het systeem vanaf het begin van het jaar worden opgezet en consequent gehanteerd worden. Dit verhoogt de waarde van de prestatie. 'both in terms of the students' success in school and my being an effective teacher'. (Bos et al, 1999)

Tot besluit verschillende bronnen noemen als mogelijke stap in de begeleiding, coaching, peer tutoring of cooperative/collaborative learning. (ADDNet, 2000; ADHD Living Guide, 2000; LDOnline, 1999). In het kort komt dat erop neer, dat -in de meeste gevallen- een klasgenoot als coach voor een leerling met ADHD fungeert.

 

 

 

Start Inleiding Symptomen Oorzaken Overige Behandeling Onderwijs