Tag: Onderwijs

  • De hand van de conciërge

    Elke morgen krijg ik een hand van de conciërge. Dat is hij zo gewend. Als we elkaar al niet eerder tegenkomen, dan komt hij naar mijn kamer. Goedemorgen! Het is een klein moment van ontmoeting, maar van grote waarde. Eerlijk gezegd weet ik niet wat de betekenis ervan voor hem is; dat moet ik hem nog eens vragen. Maar voor mij betekent groeten ontmoeten. Het is een erkenning van ons beider bestaan. Hij ziet mij. Ik zie hem. Dat alleen al is van onschatbare waarde.

    Maar er is meer! Het gaat nog dieper. In hem zie ik ook de vertegenwoordiging van de anderen. Wij – docenten – weten dat de ontvangst van onze leerlingen bij de deur van het lokaal grote invloed heeft op het bevorderen van de orde in de klas. (Ja toch?). Dat moment van begroeten, van ontmoeting. Met iedere leerling afzonderlijk. Of als het bij de deur niet lukt, dan in de start van de les. Bij mij begint de les met het langslopen van alle ’tafeltjes’. ‘Pak je boek alvast’. ‘Hoe ging je huiswerk?’ ‘Wat vond je moeilijk?’. Daarna zijn de geesten rijp voor het eerste gezamenlijke moment. Natuurlijk begroet ik iedere collega met ‘goedemorgen’, maar als rector bij de deur van de personeelsruimte staan, zit er toch niet echt in. Daarom zie ik de dagelijkse hand van de conciërge ook maar als een vertegenwoordiging van al de anderen! We slaan de handen ineen voor het eerste gezamenlijke moment. Ieder op zijn eigen plek in de school.

    De hand van de conciërge. Het schoonste schoolgebouw wordt beheerd door de beste conciërge. Nee, hij is niet aangesteld om de rommel achter de leerlingen (en andere medewerkers) op te ruimen. Maar de beste conciërge kent de waarde van een opgeruimde schoolomgeving voor het welzijn van leerlingen en collega’s. Natuurlijk is iedereen medeverantwoordelijk voor de leefomgeving. Maar wie er daar de hand mee licht, heeft de hand van de meester nodig. De hand van de conciërge, die doet wat zijn hand vindt om te doen.

    Onlangs werd op LinkedIn een vraag gesteld. “Wie kan mij helpen aan een omgangs- en handelingsprotocol voor conciërges. Het betreft de algemene gedragsregels en hoe om te gaan met leerlingen, ouders, bezoekers en docenten in de school.”. Heel terecht werd gereageerd: “Conciërges altijd van voren benaderen…”. Dus als je dan toch persé een protocol wilt: Geef je conciërge iedere dag een hand.

    Ik bedenk me dat ik mijn eigen verhaal gemaakt heb van de hand van de conciërge. Misschien vraag ik hem ook nog eens naar zijn verhaal. Nu geniet ik van het dagelijkse moment.

  • Freedom to learn (2)

    Onderwijzen is naar mijn mening een sterk overschatte functie.

    We schrijven 1969. “Steeds weer heb ik erop gewezen dat, als we burgers willen hebben die opbouwend kunnen leven in deze caleidoscopisch veranderende wereld, dit alleen mogelijk is als we bereid zijn hen te laten opgroeien als spontane, op eigen initiatief lerende mensen. Tenslotte was het mijn bedoeling om aan te tonen dat dit soort lerende zich voor zover wij weten het best kan ontwikkelen in een groeibevorderende, begeleidende relatie met een persoon.(Rogers, 1973, p. 113)

    In een eerdere blog beschreef ik al de actualiteit van Rogers’ boek “Learning in freedom”. Toen ik het bovenstaande citaat las, dacht ik aan de stadstafel die de Gemeente Utrecht vorige week over het Voortgezet Onderwijs organiseerde. Ruim honderd mensen, van allerlei kunnen en willen, bespraken daar de centrale vraag wat het VO nodig heeft om kinderen voor te bereiden op de 21e eeuw. ‘Alles’ komt in dergelijke gesprekken weer langs: meer nadruk op vaardigheden (welke dan?) en de verhouding kennis-vaardigheden. Persoonlijker onderwijs door te personaliseren, en dat moet weer weergegeven worden in een portfolio. Per vak examen kunnen doen op het niveau dat bij je past. Aansluiten bij talenten van leerlingen. Uit leerlingen halen wat er in zit (wat zit er dan in?). En er waren zelfs leerlingen bij die vonden een betere relatie met docenten noodzakelijk. Paul Rosenmöller vatte aan het einde van de bijeenkomst scherp samen: dat we het hierover hebben, betekent ook dat we het missen! Hij kon gelukkig ook melden dat de VO-raad ook voor flexibilisering van de examinering is en dat er naast je diploma ook een document waarin je competenties en zo staan.

    Ik vond het een mooie bijeenkomst, maar bespeurde bij mezelf ook enig scepticisme. Nu is het kraken van kritische noten natuurlijk sterker als je ook met oplossingen komt. Het spijt me. Was het maar zo makkelijk. We snakken blijkbaar naar ‘freedom to learn’, maar we weten (durven) dat geen vorm te geven? Komt dat doordat de oplossingen het binnen ‘het systeem’ vinden. Zoals een Amerikaanse collega verwoordt: Sustaining Outdated Practices Will Not Transform Schools.

    “When one looks at education in general there is very little change from over 150 years ago. Back then the education system was designed to serve an industrialized world that was in desperate need of skilled factory workers. What resulted was the quick development of a system to educate as many students as possible in a fashion that was cheap and easy.”

    Het is dus ook nog niet eens een typisch Nederlands probleem! (meer…)

  • Freedom to learn (1)

    “Het zal duidelijk zijn dat ons hele onderwijssysteem zich in mijn ogen op een kritiek punt bevindt – een keuzemoment van verschrikkelijk belang.”

    “…Nee, ik heb het over leren – de onverzadigbare nieuwsgierigheid die de opgroeiende jongen ertoe drijft, alles wat hij over benzinemotoren te zien, te horen of te lezen kan krijgen, in zich op te nemen om zo het prestatievermogen en de snelheid van zijn ‘rij-ijzer’ te kunnen opvoeren.”

    rogersAl een paar jaar staat het in mijn boekenkast: “Leren in vrijheid”. Geschreven door de hoogleraar Carl R. Rogers. Rogers geldt als de grondlegger van de ‘client-centrered’ oriëntatie in de psychiatrie. Leren in vrijheid gaat echter over onderwijs. Want een hoogleraar psychologie heeft niet alleen onderzoek, maar ook onderwijs in zijn takenpakket. En Rogers deed onderzoek naar zijn onderwijs. Vanuit een child/student-centrered oriëntatie. Jaren stond het in mijn boekenkast, maar nu heb ik het ter hand genomen. Om het vervolgens ter harte te nemen.

    Leren in vrijheidWant wat kan een boek over het onderwijs van 45 jaar geleden boeiend en actueel zijn!

    In zijn voorwoord schrijft Rogers (p. 7): “Het onderwijs ziet zich vandaag de dag voor ongelooflijke uitdagingen geplaatst, anders, ernstiger dan het ooit in zijn lange geschiedenis heeft ontmoet. Ik geloof dat de vraag of het deze uitdaging aankan een van de beslissende factoren zal vormen wanneer het erop aankomt of de mensheid voorwaarts gaat dan wel zichzelf op deze planeet vernietigt, de aarde overlatend aan die weinige levende wezens die bestand zijn tegen atoomvernietiging en radioactiviteit. Laat ik kort enkele vraagstukken formuleren die mij bezighouden.

    • Kan het onderwijs individuen en groepen zodanig voorbereiden op het leven dat zij zich gemakkelijk bewegen in een wereld waarin steeds sneller opeenvolgende veranderingen het hoofdthema uitmaken? Of is het menselijke aanpassingsvermogen daartoe niet in staat? (…)
    • Kan het onderwijs zijn centrale rol vervullen bij de effectieve aanpak van de explosieve, gestadig toenemende, raciale spanningen? Of zullen wij falen, met als gevolg burgeroorlog? (…)
    • Kan het onderwijs ons leren leven, met verantwoordelijkheidsgevoel en in open mededeelzaamheid, in een wereld van groeiende internationale spanningen en groeiend onredelijk nationalisme? Of zal het zelfvoldane, en afweer volhardende fatsoensrakkers van ons maken, minder open voor echte communicatie en interactie tussen de volkeren, met als onvermijdelijk einde een algemene slachting?
    • Zullen de leraren de studenten tegemoet kunnen komen in hun groeiende revolte – op middelbaar en hoger onderwijsniveau – tegen het hele maatschappelijke waardestelsel, tegen de onpersoonlijkheid van onze onderwijsinstellingen, tegen de opgelegde leerstof? Of zal het leren zich gaan verplaatsen buiten de ’tempels der wetenschap’, die dan nog slechts de conformisten zullen herbergen?
    • Zal het onderwijssysteem als geheel, de meest traditionele, conservatieve, starre, bureaucratische instelling van deze tijd (en dan bezig ik die woorden niet zozeer in kritische als wel in beschrijvende zin), de werkelijke problemen van het leven in de moderne tijd weten aan te pakken? Of zal het gebukt blijven gaan onder de enorme maatschappelijke druk die, gevoegd bij het traditionalisme van het systeem zelf, conformisme en teruggang in de hand werkt?”

    Steeds is Rogers’ antwoord: “Ik weet het niet.”

    Na een drietal cases uit de onderwijspraktijk begint Rogers zijn vierde hoofdstuk waarin hij enige van zijn diepste overtuigingen weergeeft ten aanzien van degenen die op het onderwijsterrein werkzaam zijn, zoals hij ook eerder in een Harvard-lezing uitgesproken heeft.

    “Onderwijzen is naar mijn mening een sterk overschatte functie. (…) omdat het de verkeerde vragen oproept. (…) Zodra het onderwijs ter sprake komt rijst de vraag: Wát zullen we hun leren? Wat moet de andere persoon weten, vanuit ons superieur standpunt bezien? Ik vraag me af of we in deze moderne wereld wel met recht van uit mogen gaan dat wíj omtrent de toekomst de wijsheid in pacht hebben en dat de jeugd dwaas is. Weten we werkelijk zeker wat het is dat ze moeten weten? Dan is er nog de belachelijke kwestie van de leerstof. Welke leerstof moet in een cursus worden behandeld? Dit idee van leerstof behandelen steunt op de veronderstelling, dat wat onderwezen wordt ook geleerd wordt; dat het gebodene gelijk is aan hetgeen geassimileerd wordt. Het ligt voor mij voor de hand dat deze veronderstelling onjuist is. Er is geen onderzoek voor nodig om dat aan te tonen; men hoeft maar met een paar studenten te praten.” (p. 91)

    Ik overpeins deze woorden, ze plaatsend in het nu, 45 jaar nadat ze geschreven zijn. Is het antwoord op de vragen in het voorwoord nog steeds het antwoord van Rogers? Ik weet het niet? Lijkt het onderwijs in 2014 op het onderwijs anno 1969? Horen we vandaag de dag dezelfde kritiek op ons onderwijssysteem? Ik ben geneigd om hier bevestigend op te antwoorden.

    Maar laat ik vooral eerst verder lezen wat hij wél weet en wat zijn antwoorden wél zijn. Wordt vast vervolgd.

    Rogers, Carl, R. (1973). Leren in vrijheid. Oorspronkelijke titel: Freedom to learn (1969). Haarlem: De Toorts.
  • Gebiologeerd door Gedrag

    Presentatie op NIBI conferentie Nature/Nurture.

    Doelgroep: biologiedocenten.

    Download paper: Passend Onderwijs: wat leraren moeten weten van gedrag.

     

  • Be aware of behaviour – bewust gedrag

    Morgen, 29 juni 2012, verdedig ik mijn proefschrift aan de Universiteit Utrecht!

    Wetenschappelijke kennis neemt alleen maar toe, ook in de Biologie. Het leren en onderwijzen van Nieuwe Biologie vraagt daarom om nieuwe onderwijskundige benaderingen voor het verwerven van kennis en voor het ontwikkelen van nieuwe onderwijsleerstrategieën. Bovendien moet het vermogen om complexe systemen te begrijpen aangeleerd worden. Gedrag is een sleutelbegrip in de biologie dat gekenmerkt door een complex en dynamisch karakter. Ik onderzocht de ontwikkeling van een onderwijsleerstrategie (OLS) waarin leerlingen inzicht verwerven in de dynamische en complexe natuur van gedrag.

    Met hulp van een lessenserie over Gedrag wordt de begripsontwikkeling bij leerlingen onderzocht. De basis van de OLS is dat leerlingen de betekenis van gedragsbiologische begrippen in de context leren, de zogenaamde concept-context benadering. Deze benadering ligt aan de basis van een nieuw examenprogramma voor biologie in de bovenbouw van het havo en vwo dat in 2013 ingevoerd wordt.

    Het proefschrift beschrijft dat de OLS de begripsvorming bij leerlingen structureert, bijvoorbeeld door het gebruik van concept maps. Het blijkt dat de meeste leerlingen in staat zijn om gedragsbiologische begrippen in samenhang met elkaar te zien. Omdat meerdere contexten achter elkaar gebruikt worden, biedt de OLS mogelijkheden voor het recontextualiseren van kennis. Dat betekent dat leerlingen gedragsbiologische kennis ook en een andere context kunnen gebruiken. Uiteindelijk leren ze ‘denken als een gedragsbioloog’.

    Deze studie draagt bij aan een ontwerptheorie voor context-gebaseerd biologieonderwijs en voorziet in verdere empirische onderbouwing voor de concept-context benadering. Het laat zien dat het mogelijk is om een OLS te ontwerpen gebaseerd op een opeenvolging van realistische contexten en gericht op de begripsontwikkeling van leerlingen.

    Het proefschrift en het lesmateriaal is te vinden op www.biologyeducation.vanmoolenbroek.nl

  • Beter presteren?! Begin met het lokaal

    In januari 2011 presenteerde de Minister van OCW haar aktieplan Beter Presteren, met de nadruk op de kernvakken in het curriculum. Overigens, een aktieplan is nog geen plan, maar alleen ‘het van plan zijn.’ Het echte plan moet nog komen. Haar ambtenaren zijn dat nu aan het schrijven.

    Ik heb alvast een paar suggesties op een rijtje gezet. Licht, Lucht en Beweging! Een make over van de school.

    1. Installeer in ieder lokaal Philips SchoolVision. Verbetert de concentratie met maar liefst 18%. Driekwart minder geobserveerde hyperactiviteit en daling van de foutfrequentie van 45%. Kosten voor onze school: ongeveer 100.000 euro.
    2. Zorg dat in ieder lokaal het binnenmilieu optimaal is. Het verbetert de resultaten, al is het percentage is niet duidelijk. Uit een onderzoek bleken de resultaten voor taal met 6% en voor rekenen met 23% te verbeteren. Kosten voor onze school: een heleboel, want onderzoek van de gg&gd Utrecht wees uit dat er bouwkundige aanpassingen nodig zijn om het binnenmilieu te verbeteren. Een raampje open biedt helaas te weinig soelaas. Minder leerlingen in de klas zou natuurlijk ook een optie zijn, maar om het onderwijs betaalbaar te houden, moeten er toch zeker 25 in een klas zitten.
    3. Start iedere dag met ochtendgym. 15 minuten beweging per dag verbetert de concentratie al. De effecten van beweging op de leerresultaten zijn niet sterk, maar wel positief. Daarna een gezamenlijk ontbijt. Natuurlijk uit de gezonde kantine.
    4. Door de schoolomroep klinkt zachtjes barokmuziek. Dat verbetert de concentratie en leerlingen kunnen 2-5 keer sneller leren. Kosten: nihil, waarschijnlijk alleen de jaarlijkse kosten van BUMA of zoiets.
    5. Planten in de klas. Planten nemen natuurlijk CO2 in, dus dat is meegenomen, maar sommige soorten zuiveren ook de lucht. Om planten in het lokaal te krijgen, moeten er wel wat leerlingen uit, want vol=vol. Hoewel, we kunnen natuurlijk ook hangplanten nemen. Leuk, van die brackets met Geraniums aan de muur (anders hangen ze voor de lampen). Kosten? Ik schat in dat we er een abonnement voor moeten nemen bij een plantenverzorger. 10.000 euro per jaar?

    Gek eigenlijk, dat we zo de nadruk leggen op toetsen en normen enz, terwijl het het aanpassen van de omgeving positief invloed heeft op de leerresultaten en gedrag. Bovendien, een beter binnenmilieu verlaagt het ziekteverzuim. Een kleine rekensom: op een formatie van 50 fte betekent 3% minder verzuim grofweg kostenverlaging van een kleine 90.000 euro. Nu nog een sponsor vinden, want een dergelijke investering uit het reguliere budget valt het nu niet te halen.