Tag: leerlingen

  • Mol in de AH

    Soms roept een tweet l leuke reacties op. Zo begaf ik me gisteren naar de AH in Lunetten om zelf eens kennis te nemen van de dagelijkse invasie van onze leerlingen in de pauze. Dat was inderdaad een ‘AH erlebnis’, zoals een collega REplied op mijn Foursquare Tweet. Anderen vroegen belangstellend naar de opbrengst. “Hoeveel heb je er gepakt?” Blijkbaar is het nieuws als Mol naar de AH gaat :).  Je kunt ook naar de HV, maar de AH is goedkoper en klantvriendelijker, volgens een mijn volgers. Dat laatste is zeker het geval. Hulde aan de AH!

    Een aantal incidenten maakte dat de bedrijfsleider vorige week contact met mij zocht. Onze leerlingen zijn namelijk hartelijk welkom in de AH, op voorwaarde dat ze zich gedragen. En dat bleek niet altijd het geval. Geluidsniveau standje 10; onbeleefde reacties bij aanspreken en proletarisch winkelen. Tja, ik zeg het maar eerlijk zoals het gezegd wordt. Tijd dus voor een actieve en morele ondersteuning.

    Bij aankomst wordt ik vriendelijk ontvangen door de bedrijfsleider. Hij licht me voor over zijn winkel en de ‘hotspots’:  de bakker & de energydrank. Per dag worden 300 (!) blikjes energydrank verkocht. À 30 cent. Nee, dat is geen Red Bull. Het vak Red Bull is overigens behoorlijk leeg. Ja, zegt de BL, die worden het meest gejat. Nou ja , dat lijkt me ook echt een statusmerk. Overigens: hoeveel energie kost de spanning van het gappen eigenlijk? Daarna drink je een blikje energydrank. Netto resultaat: nul?

    Kunnen we energydrank niet gewoon verbieden op school, de AH, Nederland? Wat een zooi is dat en nergens goed voor. Klagen leerlingen over saaie lessen, kun je met zo’n blikje op toch niet eens in slaap vallen!? Of, worden de lessen saai omdat je innerlijk opgefokt bent en je je niet kunt concentreren? Hoezo ‘verbetert de mentale prestatie’?.  Ik lees op http://nl.wikipedia.org/wiki/Energiedrank: “Uit Australisch onderzoek bleek dat al na één suikervrij blikje van 250 ml Red Bull de “kleverigheid” van de bloedplaatjes toenam, waardoor het risico van stolselvorming toeneemt.” Een soort bomaanslag op je hart- en bloedvaten. Red Bullshit dus.

    Dan, 12.10 uur, daar komen de eerste klantjes. In no time is lekker druk in de winkel. Diverse leerlingen komen een praatje met me maken of zeggen mij gedag. Natuurlijk gedraagt iedereen zich keurig. Ik verwacht ook niet anders. Trouwens, ook als ik er niet ben…

    Alles verloopt heel gemoedelijk, al met al zo’n 40 leerlingen die door de winkel struinen. Soms met z’n vijven naar binnen; twee kopen iets wat < € 5,- kost. Vetpot is het dus niet voor de AH, hoewel, vele kleintjes maken een grote. Raad eens wie er op de kleintjes let?

    Zie ze eens netjes op de beurt wachten bij de kassa. Zulk rustig volk. Je hebt ongeveer 10 minuten om in de AH je inkopen te doen. Anders zit je niet op tijd in de les.

    Soms komen andere klanten klagen bij de bedrijfsleider. Of meedenken: korting als je je goed gedraagt. Of een soort bonuskaart voor leerlingen. Maar dan kan natuurlijk niet, want dat is discriminatie.

    Waarom gaat een schooldirecteur in de pauze naar het winkelcentrum? Juist! Ook om de snoeproute verkennen! Af en toe komt er wel eens een buurtbewoner klagen. Dan rijst de troep de prullenbak uit – of bereikt die niet eens. Triest, maar waar. Goed, de terugweg. Ik slenter achter de leerlingen aan. Het eerste gedeelte gaat het goed. Twee prullenbakken staan langs de route. Leeg, dat wel, maar op de grond is ook niets te zien. Logisch, dan zijn de appelflappen nog niet op.  Zo’n plastic  bakje is dan nog handig en het blikje is nog niet leeg. In het volgende stuk staat één prullenbak. Die puilt uit! Heel goed. Ja, er ligt ook leeg blikje energydrank op de straatweg. Blijkbaar had de gebruiker te weinig energie om naar de prullenbak te lopen.

    Dicht bij school staan zelfs twee prullenbakken, gezellig samen naast elkaar te staan. Ik zie een leerling er naar toe lopen. Zo’n plastic flappenbakje in de hand. Het wordt hem niet gemakkelijk gemaakt: de opening is te klein, maar hij houdt vol! Met een stevige duw verdwijnt het bakje in de afvalbak. Hulde! Het laatste stukje van de snoeproute schreeuwt gewoon om een paar strafklanten.

    Dan gaat de bel. De pauze is voorbij.

    Voor de goede orde en de juiste beeldvorming: we zijn niet de enige school in Lunetten en dit was de eerste keer in drie jaar dat ik dit bezoekje hoefde te brengen 🙂 En, nee, ik ben niet van plan zo’n verhaal over andere winkels te schrijven.

  • Klasmanagement

    Een van mijn favoriete boeken is het boek ‘Achter de scherven’ van Adrian Plass. Omdat ik me in de hoofdpersoon en zijn situatie herken vanuit mijn ervaring als startend docent. Het is al weer heel wat jaren geleden, maar de beleving van de eerste lessen, de eerste aanvaringen, dat vergeet je niet. Adrian Plass vertelt op onnavolgbare wijze het ontroerende verhaal van de ontwikkeling van ‘meester’ Harper, die zonder vooropleiding terecht komt in een baan als tehuisvader in een internaat voor jongens met een gedragsstoornis. Waar het bij een andere collega van een leien dakje lijkt te gaan, heeft meester Harper de grootste moeite om zijn gezag te verdienen en wordt hij aan alle kanten uitgeprobeerd. Maar hij ontdekt het geheim van opvoeding: houden van je kinderen, van je leerlingen, je pupillen. En zij houden van jou.

    Onderwijzen vereist oefening. Vereist reflectie. Vallen en weer opstaan. Goed klasmanagement brengt leerlingen tot presteren en vormt hen tot volwassenen. Er zijn vast genoeg sites te vinden met tips voor ‘de beginnende en gevorderde’ docent. Onderstaande punten zijn mijn leerpunten en ontdekkingen.

    1. Benader leerlingen als volwassenen, beschouw hen als kinderen. Met respect.
    2. Bouw dagelijks aan je relatie met leerlingen. Groeten, oogcontact, glimlachen, bij naam noemen. Dat lijkt allemaal heel basic en dat is het ook. Iedereen wil toch gezien worden? Zie jij hen, zien zij jou.
    3. Wees consequent. Dat is pas strengheid. Voorkom ‘als… dan’ uitspraken. “Wie nú nog zijn mond open trekt, kan gaan.” Geheid dat het een van de liefste meisjes uit de klas is die nét nog wat tegen haar buurvrouw zegt. Het werkt beter om het zo te formuleren: “Wil jij na de les even bij me komen? Dan hoor ik graag van je waarom je nu door mij heen praat!”. Consequent is ook voorspelbaar zijn. Leerlingen moeten weten wat ze aan je hebben. Dat is veilig. Stelregel is dan ook: niet te veel regels, die moet je allemaal maar houden. Kies er maximaal drie die voor jou hanteerbaar zijn.
    4. Zeg het altijd als je iets niet leuk vindt, ook al lijkt er nog niets aan de hand. Dan ben je zelf nog niet op de top van je emotie en een leerling heeft dan nog de kans om een andere keus te maken. (Ooit kreeg ik het advies: vraag je eens af hoe je er uit ziet als je boos bent).
    5. Betrap op goed gedrag. Dat geldt vooral voor leerlingen die het lastig vinden om stil te zitten, zoals leerlingen met ADHD. Vijf keer meer belonen dan straffen.
    6. Je doceerstijl lijkt op je leerstijl. Niet iedere leerling kan je daarom vanzelfsprekend volgen. Navragen dus! Zit je nog op de juiste golflengte? Soms zag ik ogen van leerlingen vol onbegrip naar mij staren, maar ze zeiden niets. “Kun jij even samenvatten wat ik net gezegd heb? … Heel goed! Wat bedoel je dan als je zegt dat …”
    7. Leer empathisch te zijn. Empathie is het vermogen zich te identificeren met en begrijpen van andermans gevoelens. Leerlingen verlangen niet altijd argumenten of antwoorden, maar begrip voor hun standpunt. Dan mag je ook begrip voor jouw standpunt verwachten.
    8. Time out. Het is niet erg als je het antwoord niet weet, of niet weet hoe je moet reageren.
    9. Achter iedere leerling staan zijn of haar ouders. Ze horen graag goed nieuws. Spreek over hun kind alsof je leerling erbij is. Spreek met je leerlingen alsof hun ouders erbij zijn.
    10. Kauw niet alles voor en vermijd zoveel mogelijk om leerlingen te vertellen hoe ze het moeten doen. Er bestaat tegenwoordig zoiets als  LEAN management. “Lean management focust op het voorkomen van verspilling: extra tijd; arbeid of materiaal dat wordt gebruikt om een product of dienst te leveren zonder dat het waarde toevoegt.Oftewel: Leer Een Ander Nadenken. “En hoe zou jij dat oplossen?” Zo wordt LEAN learn. Natuurlijk zijn er grenzen, en schrijft een goede opdracht ook een werkwijze voor. Het gaat hier dan ook om je eigen instelling: hoe ga je met vragen van leerlingen om.

    Onderwijs is hard werken. Toewijding aan je leerlingen en je vak is daarbij onmisbaar. Je hoeft niet alles in een keer te leren, maar zorg wel dát je leert. Wellicht helpen bovenstaande ervaringen je daarbij. Veel plezier!

  • School is leuk – erg leuk

    De week overdenkend, kom ik weer tot de conclusie: ik heb een prachtige baan op een prachtige school! Wat er zo leuk is? Al die meisjes en jongens! Al die collega’s!

    Terwijl ik dinsdag in de hal even stond te kijken, stapt M. uit H5 op me af om me een hand te geven, vergezeld van een brede glimlach: “Ha meneer!”.

    “Heb je er weer zin in?” vraag ik.

    “Nog niet zo..” is zijn antwoord, terwijl zijn gezicht wat betrekt.

    “Maar toch wel om elkaar weer te zien?”

    Opnieuw een brede lach en de vonken uit zijn ogen. Echt, ik geniet er nog van.

    Vrijdagmorgen, 1e uur. De bel is gegaan en ik loop een rondje door de school. Op de bovenste verdieping staat nog een klas voor een gesloten deur te wachten. Een brugklas. De docent is verlaat, vanwege de reisbegeleiding die ze brugklassers geeft vanaf Utrecht CS. Ik laat ze het lokaal binnen; we begroeten wederzijds. Het is hun allereerste echte les na de introductiedagen. Opvallend genoeg staat niemand te dringen om als eerste naar binnen te mogen, zodat ze een plekje achterin kunnen bemachtigen.

    “Van wie hebben jullie les?”

    “Van mevrouw P.”. Dat is dus wiskunde. De meeste leerlingen pakken ondertussen hun boeken en ze krijgen van mij de opdracht om alvast aan de slag te gaan. “Als je samen wilt overleggen, dan fluister je.”

    O, daar komt er nog eentje te laat. Dat kan natuurlijk niet. Wat? Tegenwind?

    Wat moet je dan? Voorzichtig laten blijken dat je het begrijpt, maar dat… “Ach, het is even wennen he?!”

    Ik vertrek weer, de klas achterlatend. In de pauze hoor ik van de docent dat ze zich afvroeg of er al een docent aanwezig was: het was muisstil. Mooi toch?! Goed, goed, ik weet het, één zwaluw maakt nog geen zomer, maar toch.

    Waar kan ik een te laat briefje halen?

    Het verzuimloket is vandaag nog dicht.

    Weet je, probeer maar even zonder briefje binnen te komen…

    En volgende week schrijf ik de collega’s wel weer dat ze echt niemand zonder te laat briefje binnen mogen laten :).

    Dan die openingsavonden. Wat een inzet van al die leerlingen van de band, techniek en ministry. Zo’n avond hoor je ook samen te doen. Vorige week hebben we samen ‘het praatje’ voorbereid; het thema ‘I am nog ashamed’ komt van de dames van het ministryteam. De liederen zijn uitgezocht door C. van de band. Het is bijzonder, maar de tekst en de volgorde van de liederen blijken zeer passend te zijn. Geen wijziging is er nodig. Dat is dus leiding! Een filmpje met krantenkoppen wordt gemaakt en ik hoef alleen maar verder na te denken over het thema. “Want ik schaam mij het evangelie niet”. Paulus heeft goede woorden daarover geschreven in Romeinen 1. De bijeenkomsten zelf: God is goed! Zonder Hem kunnen we niets. Onze leerlingen zijn gezegende leerlingen. En wij met hen.

    Bij de gratie van de relatie. Dat is het thema voor dit schooljaar. Inderdaad, wij leven door de genade van de relatie. Met elkaar en met Hem.

    [geschreven na de eerste schoolweek 2010]