Tag: gedrag

  • People of the lie

    People of the lie

    Dr. M. Scott Peck (1936-2005) was psychiater en auteur van veel boeken.

    Samenvatting van M. Scott Peck, (1983), People of the Lie. The hope for healing human evil.

    De gehele betekenis van het menselijke leven speelt zich af rondom de strijd tussen goed en kwaad. We vragen ons wél af waarom het kwaad er is in de wereld, maar meestal niet waarom er goed is. Een natuurwet zegt dat de dingen vervallen. Dat begrijpen we. Waarom het leven zich ontwikkelt naar complexiteit is minder te begrijpen. En toch gebeurt dat. Het lijkt daarom logischer om aan te nemen dat we in een natuurlijk kwade wereld leven, die op de een of andere manier ook besmet is met het goede. Het geheim van het goede is zelfs groter dan het geheim van het kwaad.

    Kwaad is het tegengesteld aan het leven. Het kwaad doodt. Het kwaad doodt de geest. Het kwaad is de kracht, in of buiten mensen, dat zoekt het leven en de levendigheid te doden. Goedheid is het tegenovergestelde. Het brengt tot leven. De enige reden om het kwaad te leren kennen, is met de bedoeling om te helen waar het kan. En genezing – heling – is het resultaat van liefde. Het is wat liefde doet.

    Zonde is doelmissen. Zonde is niets meer of minder dan een falen om continue perfect te zijn. Het is de imperfectie in het leven. En aangezien het onmogelijk is dat iemand continu perfect is, zijn alle mensen zondaren. Zonden scheiden ons van zowel God, als van onze medeschepselen. Alle zonden zijn te herstellen, behalve de zonde van het geloof dat iemand zonder zonde is. De meest fundamentele zonde is luiheid. Luiheid is het ontlopen van de eigen verantwoordelijkheid. En luiheid is meer de regel dan vlijt.

    Mensen die hun potentie door geestelijke groei aanwenden, komen tot zelfactualisatie. Dat zijn mensen die wijs en zelfbewust zijn. Ze genieten met volle teugen van het leven, en zien toch de dood onder ogen en aanvaarden die. Zij werken niet alleen productief, maar ook creatief. Zij houden ontegenzeggelijk van hun medemensen, die zij leiden met een goedheid van zowel intentie, als resultaat.

    Ziekte en ongemak zouden gedefinieerd moeten worden als elk defect in de structuur van het lichaam of onze persoonlijkheid dat ons weerhoudt om ons potentieel als mens te vervullen. Wij zijn niet geschapen om perfect te zijn, maar om onze potentie ten goede aan te wenden. Feitelijk is het ontkennen van het lijden een betere definitie van ziekte, dan het accepteren ervan. Gezondheid is de voortdurende toewijding aan de realiteit tegen elke kosten. Mentale gezondheid vereist dat de mens zich wil onderwerpen aan iets groter dan hemzelf.

    Geestelijke groei vereist de erkenning van de noodzaak en behoefte om te groeien. Groei vereist de erkenning van imperfectie! Kwaad is de uitoefening van politieke macht; het is het opleggen van iemands wil op anderen door openlijke of bedekte pressie, met de bedoeling om geestelijke groei te verhinderen of te vermijden.

    Kwaad is de ultieme ziekte. Het is de ontkenning van de persoonlijke verantwoordelijkheid. De logica is gedesintegreerd en er heerst een desorganisatie in denken, met name in tijden van stress. Een van de karakteristieken van het kwaad is haar verlangen om te verwarren. Verwarring geeft een gevoel van macht. Een andere – merkwaardige – eigenschap is dat het kwaad (demonisch of menselijk) gehoorzaam is aan autoriteit. Er is in de wereld van de demonen minder vrijheid dan in de mensenwereld, maar wel hiërarchie, haat, geloof in eigen leugens, lafheid, en terreur. En een derde eigenschap is de in steen gebeitelde vastbeslotenheid om elk aspect van het leven te controleren. Deze controle is geworteld in paniek: de dreiging om controle te verliezen.

    Het kwaad haat het licht, omdat het licht goedheid laat schijnen over hun slechtheid. Het licht dat hen aanklaagt en doordringt in hun teleurstelling. Een kwaadaardige aanval is bedoeld om eigen falen en imperfectie te verbergen. Peck noemt dit psychologische probleem van het menselijke kwaad een bijzondere vorm van narcisme. Zelfabsorptie.

    Kwaadaardige mensen zijn de meest bevreesde mensen. Zij kunnen door niets anders worden beïnvloed dan door puur macht. Het zijn niet hun zonden die kwaadaardige mensen karakteriseert, maar veelmeer de subtiliteit, persistentie, en consistentie ervan. Dat komt omdat het centrale defect van het kwaad niet de zonde is, maar de weigering om het te erkennen. De misdaden tegen het leven zijn zo subtiel dat zij nauwelijks als misdaden kunnen worden betiteld. Zij zijn verstopt en verborgen. Er is daarom verschil tussen kwaad als persoonlijkheidskenmerk en kwaad als daad. Misdaden maken iemand nog niet tot een kwaadaardige persoonlijkheid.

    Kwaadaardige mensen zijn chronische scapegoaters. Kwaadaardige mensen trachten het kwaad destructief te vernietigen, maar lokaliseren het kwaad op de verkeerde plek. Een overheersende karaktereigenschap van kwaadaardige mensen is scapegoating, het aanwijzen van de zondebok. Zij offeren anderen op om hun eigen beeld van perfectie te bewaren. Het is een vorm van projectie, omdat de kwaadaardige mens zichzelf, diep van binnen, foutloos voelt. In conflict met de werkelijkheid beschouwen zij de wereld om hen heen als verkeerd. Kwaad wordt vaak begaan met de bedoeling om een zondebok aan te wijzen.

    Het echte motief voor het aanwijzen van een zondebok is de vrees voor zelfkritiek. Als het leven hun imperfectie aanwijst, dan vernietigen ze het leven in plaats van de imperfectie in zichzelf onder ogen te zien. En ze noemen dat rechtvaardigheid. Moord is dan een gevolg van een extreme vorm van zelfbescherming die liever anderen dan zichzelf offert. Ten diepste is het de ultieme vorm van zelfhaat.

    Wat is hier de oorzaak van? Niet de afwezigheid van een geweten. Nee, kwaadaardige mensen zijn volkomen toegewijd aan het behoud van hun zelfbeeld van perfectie. Daarom zijn ze onophoudelijk bezig om de schijn van morele zuiverheid te behouden. Zij hebben niet de intentie om goed te zijn, maar ze hebben het verlangen om goed te lijken en zich goed voor te doen. Dat is in essentie een leugen. Daarom noemt Peck hen People of the lie. Mensen van de leugen. Die leugen wordt in stand gehouden niet om anderen te misleiden, maar zichzelf. Men kan en wil de pijn van zelfonderzoek niet verdragen.

    Een rudimentaire vorm van geweten moet aan de handeling van de leugen voorafgaan. Anders kan men geen onderscheid maken tussen goed en kwaad. Er is geen noodzaak om iets te verbergen, tenzij we niet eerst voelen dat er iets te verbergen valt. Peck denkt daarom dat kwaadaardige mensen een onbewust weten hebben van hun eigen kwade natuur.

    Het probleem is niet de afwezigheid van geweten, maar de poging om het geweten te ontkennen. Ze tolereren het gevoel van imperfectie niet. Men wordt kwaadaardig als men zich van zichzelf poogt te verbergen. Kwaad ontstaat niet in de afwezigheid van schuldbesef, maar in een poging daaraan te ontsnappen. En omdat mensen van de leugen meester zijn in het vermommen, is het zelden mogelijk om de kwaadaardigheid van het kwaad aan te wijzen. De vermomming is nagenoeg ondoordringbaar. Wat we zien zijn glimpen van het griezelige spel van het verstoppen in de duisternis van de ziel, waarin zij, de enige menselijke ziel, zichzelf ontwijkt, zichzelf vermijdt, zich voor zichzelf verbergt.

    Kortom, wat kwaadaardigheid onderscheidt van andere mentale zieken en zondaars, is het specifieke type pijn waar iemand van wegvlucht, namelijk de pijn van het eigen geweten, de pijn van het zich realiseren van de eigen zondigheid en imperfectie.

    Kwaadaardig narcisme wordt gekarakteriseerd door een niet-onderworpen wil. Alle mentaal gezonde mensen onderwerpen zichzelf op een of andere manier aan iets wat of iemand die hoger is dan henzelf. In meer of mindere mate onderwerpen gezonde mensen zich aan de eisen van hun eigen moreel besef, hun eigen geweten. Kwaadaardige mensen doen dat niet. In het conflict tussen hun schuld en hun wil, is het de schuld die moet wijken. By all means.

    Niet elke narcist is even kwaadaardig. De kwaadaardige narcist dringt aan op bevestiging, onafhankelijk van alle bevindingen. Kwaadaardige mensen zijn mensen met een zeer sterke wil en de kracht om anderen hun wil op te leggen. Het cruciale verschil met anderen met een sterke wil is het verschil tussen willingness (bereidwilligheid) en willfulness (eigenwilligheid).

    De oorzaak van narcisme is onbekend. Er is een vermoeden dat het een defensief fenomeen is. Bijna ieder kind heeft een min of meer narcistische fase. Door een stabiele kindertijd en liefdevolle zorg en begrip van ouders groeien ze daar uit. Is dat niet het geval (bijvoorbeeld vanwege wreedheid en liefdeloosheid), dan wordt het infantiele narcisme gehanteerd (preserved) als een beschermingsmechanisme tegen dit ondragelijke leven. Kinderen worden dan kwaadaardig om zich te beschermen tegen een nog groter kwaad.

    Een andere mogelijkheid is om goed en kwaad te zien als een continuüm. En de kwade wordt kwader, de goede wordt volmaakter. Elke stap in het leven die zelfvertrouwen, integriteit, en moed bevordert, doet ook het vermogen toenemen om het gewenste alternatief te kiezen. Aan de andere kant zorgt elke stap genomen met lafhartigheid en overgave, voor meer overgave en uiteindelijk tot verlies van vrijheid. De uitersten zijn dan ‘het niet langer kunnen doen van verkeerde daden’ en ‘het verlies van vrijheid om te kunnen kiezen voor het goede’. Daartussen liggen vele gradaties.

    “If the degree of freedom to choose the good is great, it needs less effort to choose the good. If it is small, it takes a great effort, help from others, and favourable circumstances. (…) Most people fail in the art of living not because they are inherently bad or so without will that they cannot lead a better life; they fail because they do not wake up and see when they stand at a fork in the road and have a decision.” (p. 81).

    Kwaadaardige mensen zijn zich niet bewust wanneer het leven hen een vraag stelt en dat zij nog alternatieve antwoorden kunnen hebben. En met elke stap op de verkeerde weg wordt het lastiger om te erkennen dat ze op de verkeerde weg zijn. Peck voegt daaraan toe dat de ontwikkeling van een mens in een enorm krachtenveld staat. Het is echter geen noodlot of wetmatigheid, want in dat krachtenveld – dat we ook complex en dynamisch noemen – staat de mens met een vrije keuze. Het is een staat van zijn, a state of being. Van acceptatie of van verwerping. Onderwerping aan God en goedheid of de weigering om je te onderwerpen aan iets anders dan je eigen (vrije) wil. Dat laatste maakt ons automatisch tot slaaf van de krachten van het kwaad. We wijden ons uiteindelijk toe aan God of aan Zijn tegenstander, de duivel. Er is geen vrije ruimte of neutrale grond, geen neutrale zone tussen goed en kwaad. De ware staat van vrijheid is exact halverwege tussen God en de duivel, niet gecommitteerd aan volkomen goedheid noch aan volslagen egoïsme.

    Omdat kwaadaardige mensen meesters zijn in het vermommen, kunnen we alleen op basis van een patroon van handelen en manier van doen, beoordelen of iemand kwaadaardig is. The evil always hide their motives with lies. Dat valt niet te begrijpen. Het gaat niet om een of twee leugens, maar voortdurend. En het is opvallend inconsistent. Ze doen zich voor als… goedbedoelende en liefhebbende mensen. In zeker opzicht kan men hen bewonderen voor de genialiteit waarmee ze zich staande houden. Het verschil en de grens tussen de struikelende en de gevallene ligt in (1) de mate van het slachtoffer willen laten vallen om zelfbeeld op te houden, en (2) de mate van de leugens en verdraaiingen.

    The most typical victim of evil is a child. Het meest kwetsbare en zwakke. En ouders hebben alleenheerschappij over hun leven. Het lijden van de kinderen is niet symptomatisch voor hun eigen ziekte, maar voor het lijden van hun kwaadaardige ouders. Als er een gebrek is in de ouderlijke liefde dan zal een kind naar alle waarschijnlijkheid aannemen dat het daarvan de oorzaak is van dat tekort. Met de ontwikkeling van een onrealistisch negatief zelfbeeld als gevolg. Wanneer een kind zwaar is geconfronteerd met onmiskenbaar kwaad in de ouders, dan zal het waarschijnlijk de situatie verkeerd interpreteren en geloven dat het kwaad in hem- of haarzelf zetelt.

    Een volwassene die zijn ziel verkoopt, is het ultieme slachtoffer. Dat is de meest passieve mens. Een taker in plaats van een giver, een volger in plaats van een leider. Het is een vorm van slavernij. Afhankelijk, infantiel, lui. En men wordt geen partner van het kwaad by accident maar door keuze.

    Het kwaad is het gebruik van macht om de geestelijke groei van anderen te vernietigen met het doel de integriteit van het eigen zieke zelf te verdedigen of te bewaren. Kortweg, dat is scapegoating.

    “The failure of the evil to define themselves as disordered is an essential, integral component of their condition.” (…) “The evil deny the suffering of their guilt – the painful awareness of their sin, inadequacy, and imperfection – by casting their pain onto others through projection and scapegoating.” (p. 123).

    Kwaadaardige mensen lijden niet. Zij geloven dat er niets verkeerds aan hen is. Zij mogen zelf niet lijden, maar zij veroorzaken lijden bij degenen rondom hen. The evil create for those under their dominion a miniature sick society.

    Omdat kwaadaardige mensen hun zwakte en imperfectie niet kunnen toegeven, zullen of kunnen zij niet diepgaand lijden. Wat drijft hen dan? In de kern is het angst. Van alle emoties is angst de meest pijnlijke. Zij zijn als de dood dat hun pretentie wordt doorzien en afgebroken wordt.

    Narcisme maakt het kwaad gevaarlijk, omdat het motiveert om anderen tot zondebok te maken, én omdat het iemand de terughoudendheid ontneemt die het gevolg is van empathie en respect voor anderen. Naast het feit dat het kwaad slachtoffers nodig heeft om op te offeren aan hun narcisme, stelt hun narcisme hen ook in staat om de menselijkheid van hun slachtoffers te negeren.

    Kwaadaardigheid wordt onderscheiden door:

    • een consistent destructief scapegoating gedrag, wat vaak heel subtiel is.
    • excessief, hoewel meestal verborgen, intolerantie voor kritiek en andere vormen van narcistisch letsel.
    • uitgesproken bezorgdheid voor een imago van het publiek en een zelfbeeld van respectabiliteit, wat bijdraagt aan een stabiele levensstijl. Het draagt ook bij aan pretentie en ontkenning van haatgevoelens of wraakzuchtige motieven.
    • intellectuele sluwheid, met een verhoogde kans op een milde schizofrene stoornis van het denken in tijden van stress.
    • Kwaadaardig narcisme gaat uit van de Ik-Ik relatie, in plaats van Ik-Ander.

    De vraag naar het kwaad doet onvermijdelijk de vraag naar de duivel rijzen. Zoals de vraag naar het goede de vraag doet opkomen naar God en de schepping. Een kwaadaardige geest is duidelijk toegewijd aan het tegendeel. Hij is de werkelijke geest van onwerkelijkheid. De duivelse geest is er een van onwerkelijkheid, maar hij zelf is echt. Er is volkomen afwezigheid van liefde in zijn persoonlijkheid. Hij is van demonische briljantheid, maar ook stupiditeit. Zijn trots overtreft zijn intelligentie. Hij is extreem zelf-gecentreerd en heeft geen begrip van liefde. De notie van opoffering is hem totaal vreemd. Hij heeft ook geen verstand van wetenschap. Wetenschap is een anti narcistisch fenomeen.

    De groep

    Narcisme is een toestand waaruit mensen normaal volwassen worden. Onvolwassen mensen staan meer open voor het kwaad. Zo ook in onvolwassen groepen. Ook de groep is een organisme. Het meest krachtige van de groepskrachten (cohesie) is narcisme. In de simpelste en beste vorm uit zich dit in groepstrots.

    “Triggers are pulled by individuals. Orders are given and executed by individuals. Every single human act is ultimately the result of an individual choice.” (p. 215)

    Er zijn verschillende risicofactoren die een groep kwaadaardig kunnen maken. Specialisatie in en van een groep is zo’n risicofactor. Het draagt bij aan de onvolwassenheid van de groep en haar potentieel voor kwaad door verschillende mechanismen, o.a. de fragmentatie van het geweten. Verdeel en heers. Elke gespecialiseerde groep is  het resultaat van zowel zelfselectie als groepsselectie. Men ontwikkelt een zelf-bekrachtigend groepskarakter. Men is gevoelig voor trots en narcisme. Dit maakt ons zo speciaal! Een andere factor is de cover-up: de groepsleugen. Want leugen is zowel de wortel en de vrucht van het kwaad. De primaire motief van de cover up is angst. Angst dat de waarheid van de imperfectie van de groep bekend wordt. Stress maakt mensen meer zelfgericht. Als een gevolg van stress verschuift de gewone verdeling tussen goed en kwaad in de richting van het kwaad. De echte goeden zijn zij die in tijden van stress niet hun integriteit, hun volwassenheid, en hun gevoeligheid verliezen.

    “Stress is de test for goodness. (…) One measure – and perhaps the best measure – of a person’s greatness is the capacity for suffering.” (p. 222).

    Mensen vertonen niet alleen regressie in tijden van stress, maar ook in een groepsetting. De meeste mensen willen graag volgers zijn. Dat is waarschijnlijk vanuit het niet (kunnen) dragen van verantwoordelijkheid. Het probleem is dat de rol van volger de rol van het kind is. Een volger is niet een geheel persoon. En het kind is zelfgericht. En staat daarom open voor kwaad. Gehoorzaamheid is de militaire discipline. De afhankelijkheid van de soldaat van zijn leider wordt niet alleen aangemoedigd, maar is ook geboden. Gehoorzaamheid aan autoriteit is een kenmerk van het kwaad. Al komt natuurlijk niet alle gehoorzaamheid voort uit kwaadaardigheid. Gelukkig niet. Maar als je te maken hebt met kwaadaardigheid, dan hoort gehoorzaamheid daar als kenmerk bij. Bevel is bevel. Een ander punt is het creëren van een gezamenlijke vijand of de out-group. In het gezonde individu zijn fouten een stimulans voor zelfonderzoek en zelfkritiek. Maar zoals het kwaadaardige individu geen zelfkritiek tolereert, zo geldt dat ook de kwaadaardige groep. De falende groep zal zich waarschijnlijk het meest kwaadaardig gedragen. Falen kwetst onze trots. Dat falen wordt geprojecteerd op de vijand of de gehate vreemdeling. Een vorm van scapegoating.

    De samenleving heeft in het algemeen door zelfselectie gespecialiseerde mensen in dienst om specifieke rollen en taken uit te voeren. Je hebt bepaalde karaktereigenschappen nodig om politietaken te doen. Ook het afschaffen van bijvoorbeeld dienstplicht hoort bij deze specialisatie. En uiteindelijk zijn het deze ‘special forces’ die eigenlijk als een vorm van scapegoating ten strijde worden gestuurd. Scapegoating, want zij doen het vuile werk. Namens de samenleving. Buiten de verantwoordelijkheid van het volk. Want dienstplicht is een gedeelde verantwoordelijkheid en de pijn van verlies wordt dan door iedereen geleden.

    Wanneer we specialistische groepen creëren, dan ontstaat er de gevaarlijke mogelijkheid dat onze linkerhand niet weet wat de rechterhand doet. Kwaad ontstaat vanuit de conditie van een bedreigd narcisme. Liegen is zowel een oorzaak als een uiting van kwaad. Kwaad is de onvermijdelijke bijkomstigheid van de vrije wil. De prijs van de unieke macht van mensen om te kiezen. En het doden van mensen is nooit instinctief. Narcisme draagt direct bij aan het onnodig en duidelijk immoreel doden van anderen. Oorlog is tegenwoordig minstens evenzeer een kwestie van nationale trots als van raciale trots. Wat wij nationalisme noemen, is vaker een kwaadaardig nationaal narcisme dan het hebben van een gezonde voldoening in de prestaties van onze eigen cultuur. Als natie en als ras zullen we niet immuun zijn voor oorlog totdat we een grote vooruitgang hebben geboekt bij het uitroeien van de tweelingvoorouders van het kwaad uit onze menselijke natuur: luiheid en narcisme.

    Heling

    Autoriteit over het kwaad komt met enorme inspanning en vereist de nodige kennis. Een dergelijke inspanning kan alleen uit liefde worden gedaan. Echte liefde is ten diepste opofferend.

    Er is niets constructiefs of creatiefs aan de duivel. Hij kan elke menselijke zonde en zwakheid gebruiken, met elke bruikbare tactiek. Maar het voornaamste wapen is de angst. Als vader van de leugen kan satan worden beschouwd als de geest van mentale ziekten. Echte demonische bezetenheid is zeldzaam. Menselijk kwaad is daarentegen meer algemeen. Bezetenheid is echter niet bij toeval. Het bouwt zich op als iemand zich meer en meer overgeeft, zich verkoopt om de een of andere reden, bijvoorbeeld vanwege eenzaamheid of eerzucht en rijkdom.

    Het kwaad beoordeelt anderen als kwaad. Niet in staat om eigen imperfectie te erkennen, moet men anderen de schuld geven van eigen falen. Kwaad is daarom een moreel oordeel. Vandaar dat Jezus zegt: “Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt” (Matth. 7:1, Bijbel). Want het doel van een oordeel is om te helen. Als het is om onze trots te handhaven, dan is het kwaad.

    Het kwaad is lelijk. Als je eenmaal een kwaadaardig persoon hebt gezien, dan heb je ze allemaal gezien. Ze pretenderen zuiver te zijn, maar hebben een masker op. Ondanks hun pretenties zijn kwaadaardige mensen het meest zielsziek van iedereen.

    Uiteindelijk kunnen we het kwaad alleen veilig bestuderen en bestrijden door een methodologie van liefde. We strijden allemaal tegen het kwaad. Want kwaad is anti-leven. Maar als we degenen doden die we als kwaad beschouwen, dan doden we ook onszelf. Want kwaad is anti-leven.

    Dat lijkt tot een soort nihilistisch vacuüm te leiden. Het is juist in de strijd tussen goed en kwaad dat het leven betekenis krijgt en heeft. In de hoop dat goedheid overwint. Overwin het kwade door het goede. Kwaad kan alleen worden bestreden door liefde. Dat is een dynamische balans van tegenstellingen, een pijnlijke creatieve spanning van onzekerheden. Het is een dun koord tussen extreme en gemakkelijke handelwijzen. Afwijzen van al het wangedrag is liefdeloos. Tolereren van al het wangedrag is eveneens liefdeloos. We moeten op de een of andere manier zowel tolerant als intolerant zijn, accepterend en veeleisend, streng en flexibel. Een bijna goddelijk medeleven is vereist.

    De eerste taak van liefde is zelfreiniging. Wanneer iemand zelf gereinigd is, door de genade van God, dan kan iemand komen tot het echt liefhebben van de vijanden. De grenzen van de ziel worden dan zo schoon dat ze transparant worden. Een uniek licht straalt dan vanuit het individu. Degenen die het licht haten, zullen het aanvallen. De genezing van het kwaad – wetenschappelijk of anderszins – kan alleen worden bereikt door de liefde van individuen. Een gewillig offer is vereist. De genezer moet toestaan ​​dat zijn of haar eigen ziel het strijdtoneel wordt. Hij of zij moet het kwaad opofferend absorberen. Telkens wanneer dit gebeurt, is er een kleine verschuiving in de machtsverhoudingen in de wereld.

    “So, the victim becomes the victor.“

  • Zilveren weken met een zwarte rand

    Zilveren weken met een zwarte rand

    “Het lijkt wel of de klas constant alert is.” Kort voor de kerstvakantie had ik een gesprekje met een leerkracht van groep 8. Al heel wat jaren kende deze groep een sociaal onveilig klimaat. En nu, in groep 8 onder leiding van twee bekwame leerkrachten werd het merkbaar veiliger. En toch, het lijkt alsof er onder de oppervlakte nog heel veel verborgen wordt gehouden. We komen er alleen niet achter, maar het wordt wel gevoeld door de leerkrachten. Alsof de klas constant alert is.

    En ineens schoot het door me heen: dit lijkt op een trauma. Maar dan van een groep. Een getraumatiseerd iemand staat ‘altijd aan.’ Is constant alert. Ben ik hier wel veilig genoeg? Moet ik hier vechten of vluchten? En na verloop van tijd wordt deze toestand van alertheid de innerlijke norm. Dat is een vorm van chronische stress, dat kan leiden tot een trauma. Ook van de groep. Dan ontbreken of verminderen de signalen van wederkerigheid, veiligheid en resonantie. Dan wordt het moeilijk om je te verbinden met anderen. Om je open te stellen en om te leren. In zo’n groep is het ieder voor zich.

    Sociale onveiligheid is niet het gedrag van zieke mensen, maar het gevolg van een ziek systeem. En ja, in en naar dat systeem gedragen mensen zich. Wij hebben een diep gewortelde bewustheid van (eigen) veiligheid. Lid zijn van een groep geeft zowel veiligheid als onveiligheid. Je staat niet alleen voor de uitdagingen van het leven en tegelijk lever je iets van je eigen autonomie in. In de hoop daar veiligheid, betekenisverlening, en verbondenheid voor terug te krijgen.

    Twee mechanismen in de groep zorgen voor relatieve veiligheid en die twee hebben alles met elkaar te maken. Het eerste is de pikorde. Wie bovenaan staat is het meest veilig. Het tweede mechanisme is de sociometrische status. Dat is een duur woord voor je positie in de groep. Iedere positie heeft een kenmerkende strategie voor de eigen veiligheid. Van hoofdrolspeler tot zondebok. Een hoofdrolspeler gebruikt machtsmiddelen en manipuleert. Een meeloper joelt om de aandacht van zichzelf af te leiden. Een slachtoffer houdt zich gedeisd, zodat het niet erger wordt. En omstanders denken bij zichzelf: ik bemoei me er niet mee, dan loop ik ook geen gevaar. Alleen een zondebok, die is het haasje. Die wordt uit de groep gegooid. Geëlimineerd. Moedige mensen voelen het onrecht en staan ertegen op. Al is dat niet zonder risico.

    Wat is het verschil tussen een sociaal veilig en een onveilig systeem? In een onveilig systeem heerst de angst en haat en in een veilig systeem heerst liefde. Angst en haat worden aangewakkerd als de hoofdrolspelers hun macht misbruiken en manipuleren. Dit is vaste prik. De enige manier om deze giftige groepsdynamiek te doorbreken is door liefhebbende gezagsdragers aan te top van de pikorde te plaatsen. Want veiligheid begint bij de top. Als het regent, dan regent het van boven!

    Sta je niet bovenaan, dan heb je alle reden om constant op je hoede te zijn. En stel je voor dat je als kind opgroeit in een dergelijk giftig systeem… welke gevolgen heeft dat voor je ontwikkeling? Bedenk wel: je bent als leerling verplicht lid van de groep! Culture shapes nature.

    Een groep is niet alleen een verzameling individuen. Het is ook een zelfstandige entiteit. Dat wil zeggen dat de dynamiek en de kwaliteiten van een groep niet enkel te herleiden zijn tot de individuele eigenschappen van de deelnemers. Groepsdynamica beschrijft de manier waarop groepen en individuele groepsleden handelen in veranderende omstandigheden. Veranderingen roepen emoties en gevoelens op. Deze vormen in een groep een basis voor een gemeenschappelijke perceptie. De groepsdynamiek weerspiegelt zich in het groepsklimaat. Dat klimaat kan worden afgemeten naar de mate van conflicten, betrokkenheid en vermijding [1, 2]. Deelname aan de groep geeft per definitie stress. Daarom corresponderen deze drie factoren ook met de drie fasen van het stressmechanisme (alarm, adaptatie, uitputting). In onderstaande figuur heb ik de bekende fasen van Tuckman/Edison [3, 4, 5] gecombineerd met de fasen in het stressmechanisme (verloop veerkracht) [6]. Zowel de emotionele reactie van een persoon als die van de groep kennen een verloop van mobilisatie naar immobilisatie. De groene fase van betrokkenheid en ontspanning is de fase waarin het veilig is.

    Zilveren weken… met zwarte randen

    Gouden en zilveren weken zijn de weken aan het begin van het schooljaar en van het kalenderjaar waarin de groepsdynamiek een boost krijgt. Leerlingen moeten weer aan elkaar wennen en in het ritme komen. We beogen de eerder gemaakte afspraken weer af te stoffen en actief te werken aan het groepsklimaat. In de zilveren weken na de kerstvakantie moeten we de draad weer oppakken. Dat kun je mijns inziens nu niet alleen maar doen op de wijze en met de methoden die daarvoor in het onderwijs worden aangewend. Dat heeft te maken met de zwarte rand – en soms is het een gitzwarte rand.

    Wat is die zwarte rand? Dat is de dynamiek van het grotere systeem van de huidige tijd. Daar is iedereen bij betrokken, al hebben we lang niet overal invloed op. De sociale impact echter op onze leerlingen is immens. Die kun je niet gauw overschatten. Het kalenderjaar 2021 eindigde in het onderwijs weer op traumatisch wijze. En dat niet voor de eerste keer. Voeg daarbij de voortdurende angst en onzekerheid van een mogelijke positieve test, de angst om te hoesten of een snottebel te hebben én daarop aangekeken te worden, en je hebt voldoende ingrediënten om als kind en als groep psychosociale trauma’s op te lopen. Leerkrachten kunnen zich dan zomaar afvragen: wat is er met mijn groep aan de hand?

    Judith Herman [7], expert op het gebied van Trauma en Herstel zegt dat psychische trauma’s een aandoening zijn van de machtelozen. Traumatische gebeurtenissen vernietigen de normale patronen van zorg en zorgzaamheid die bij mensen het gevoel van zeggenschap, zinvolheid, en verbondenheid doen ontstaan. Trauma’s brengen een gevoel van volslagen hulpeloosheid en doodsangst teweeg, omdat iemand (1) wordt overrompeld door de gebeurtenis, (2) het onmogelijk is om eraan te ontsnappen, en (3) tot uitputtens toe wordt blootgesteld aan de gebeurtenis. Traumatische gebeurtenissen doorbreken de normale en complexe verdedigingslinie van de mens. Met als gevolg een hogere prikkelgevoeligheid, aandacht, waarneming en emoties. Dat zijn normale reacties op stressvolle omstandigheden.

    Hermans beschrijft drie fundamentele fasen voor herstel. Dit zijn nadrukkelijk opeenvolgende fasen, al lopen ze wel in elkaar over.

    1. Het zorgen voor veiligheid. Alleen waar het niet meer nodig is om constant alert te zijn, ontstaat er ruimte voor de volgende fase. Veiligheid ontstaat waar de eigen autonomie wordt hersteld en bevorderd.
    2. Het reconstrueren van het traumatische verhaal. Dit gaat over betekenisverlening. Wat betekenen mijn ervaringen voor mijn leven? Let wel, het is geen rechtvaardiging van het aangedane onrecht (‘Jij had er ook schuld aan’). Het is juist een ontschuldiging van degenen die het mee hebben gemaakt. Wie dat niet leert, blijft slachtoffer.
    3. Het herstellen van de verbondenheid tussen de overlevenden en de gemeenschap. Pas wanneer iemand weer autonoom op eigen grond kan staan (fase 1) en het traumatische verhaal het eigen verhaal is geworden (fase 2), ontstaat er ruimte voor herstel van verbondenheid. Ruimte voor gezonde deelname aan een gezonde gemeenschap. Voor een rechtvaardige balans tussen geven en ontvangen.

    Waar deze drie fasen worden doorlopen, daar ontstaat weer volgende ruimte om te leven.

    Hoe ga je om met een groep die een trauma heeft?

    Net zomin als we de psychosociale impact van de zwarte rand niet moeten onderschatten, zo moeten we ook onze veerkracht niet onderschatten. Het trauma van de groep moet op dezelfde wijze worden aangepakt als van een persoon.

    1. Zorg voor veiligheid.
      1. Door een liefhebbende gezagsdrager aan de top te zijn. Volmaakte liefde verdrijft de angst. Voel het groepsklimaat aan de conflicten en de betrokkenheid. Welke leerlingen kiezen voor vermijden? Het meeste recht van spreken heb je als je de feiten verzamelt en daarin gedragspatronen ontdekt.
      2. Herstel het gevoel van autonomie. Bespreek met leerlingen de cirkel van invloed en cirkel van betrokkenheid. Bevorder zoveel mogelijk de eigen autonomie. Uiteraard begrenst door recht (ieder zijn eigen plek) en gerechtigheid. Maak je klaslokaal tot een oase van rust. Het lokaal is jouw domein! En voor schoolleiders geldt natuurlijk hetzelfde.
      3. Vermijd en verminder de factoren die angstig maken. Realiseer je dat afstand moeten houden en gezichtsbedekking het gevoel van onveiligheid vergroten. Mensen lezen van het gezicht van de ander af of het veilig is, of er wederkerigheid is en of jouw bijdrage resoneert bij de ander.
      4. Beteugel je eigen angst. Want die is besmettelijk.
    2. Betekenisverlening.
      1. Ieder mens heeft de keuze om goed te doen. Doe wel en kijk niet om. Spreek daarover met je klas. Dat is niet hetzelfde als ‘wat spreken we af? Hoe gedragen we ons goed?’ Nee, hier stel je de vraag: wat is het goede dat jij, dat wij, vandaag gaan doen?! Hoe kunnen wij – ondanks beperkingen – toch goed doen?
      2. Sluit de dag af met de vraag: ‘Waar zijn wij, waar ben jij, vandaag dankbaar voor? Die vraag mag je natuurlijk ook aan het begin van de dag stellen!
      3. Het moet leerlingen ook duidelijk gezegd zijn dat ze niet schuldig zijn aan de situatie. Opmerkingen dat we niet willen dat een ander ziek wordt om schadelijk gedrag te rechtvaardigen, horen niet thuis in een traumasensitief klaslokaal. Dat is manipulatie. Beter zou zijn: hoe zorgen wij goed voor onszelf?!
    3. Herstel van verbondenheid. Pas in deze fase zijn sociale vaardigheden en activiteiten nodig om tot een leefbare gemeenschap te komen. Wie alleen focust op gezamenlijkheid, zonder veiligheid en zinvolheid, boekt geen vooruitgang.
      1. Gezamenlijke fysieke activiteiten – lees sporten en bewegen – helpen ons om onze emoties te beheersen. Het zorgt dat endorfine in onze hersenen vrijkomt waardoor we beter kunnen omgaan met stress en ons welbevinden dus toeneemt. Want zowel voor de leerling die in aan de conflictkant zit, als voor de leerling die vermijdingsgedrag vertonen, helpt bewegen om in het gebied van betrokkenheid te komen. Je dient wel regie te voeren over deze activiteiten en dit niet aan de leerlingen over te laten. Daarmee ben je weer die liefhebbende gezagsdrager.

    Lees ook mijn artikel

    Bibliografie

    [1]J. Johnson, „Beware of Storming: Research Implications for Interpreting Group Climate Questionnaire Scores over Time,” International Journal of Group Psychotherapy, vol. 63, nr. 3, pp. 433-446, 2013.
    [2]K. MacKenzie, „The clinical application of a Group Climate measure.,” in Advances in group psychotherapy: integrating research and practice, R. Dies en K. MacKenzie, Red., New York, International Universities Press, 1983, pp. 159-170.
    [3]T. Edison, „The Team Development Life Cycle,” Defense AT&L, pp. 14-17, mei/juni 2008.
    [4]B. Tuckman, „Development sequence in small groups.,” Psychological Bulletin, vol. 63, nr. 6, pp. 384-399, 1965.
    [5]B. Tuckman en M. A. C. Jensen, „Stages of Small-Group Development Revisited,” Group & Organization Studies, vol. 2, nr. 4, pp. 419-427, 1977.
    [6]H. Selye, The stress of life, Revised red., New York: The McGraw-Hill Companies Inc, 1978.
    [7]J. Herman, Trauma & herstel. De gevolgen van geweld – van mishandeling thuis tot politiek geweld, 21e druk (2021) red., Uitgeverij Wereldbibliotheek, 2016.
  • Tien stappen om ongewenste beïnvloeding tegen te gaan

    Tien stappen om ongewenste beïnvloeding tegen te gaan

    Deze post is deel 2 van 2 in de serie Metahistorie

    Bron: Het Lucifer Effect (Ph. Zimbardo, 2007/2018, p. 569-575).

    Cults want to own your mind and body

    Hoe ontwikkel je weerstand tegen strategieën die ons in willen laten stemmen met iets waar we het niet mee eens zijn? Hoe kun je het goede aanwakkeren en het negatieve elimineren? Zimbardo formuleert tien stappen die ieder mens kan zetten. Tegen dehumanisering en deïndividuatie.

    1. Geef je fouten toe. Wie vooruit kijkt, heeft geen behoefte om zijn fouten te rechtvaardigen en te rationaliseren. Cognitieve dissonantie verdwijnt vanzelf na confrontatie met de werkelijkheid.

    2. Let op! Wees alert op sleutelwoorden van manipulatoren en op de voordehand liggende tekenen van manipulatie. Ruil je gebruikelijke toestand van gedachteloosheid in voor een toestand van oplettendheid. Kritisch denken verhoogt je weerstand:

    a. Vraag naar bewijs

    b. Eis om uitleg en verduidelijking

    c. Tracht te bepalen of het middel erger is dan de kwaal

    d. Stel je allerlei scenario’s voor van ieder standaardgebruik

    e. Wijs simplistische oplossingen als lapmiddel van de hand

    f. Moedig kritisch vermogen van je kinderen aan

    g. Maak je kinderen alert op misleidende tv-reclames

    h. Help je kinderen om wijzere en bewustere kennisconsumenten te worden.

    3. Wees verantwoordelijk. Wie verantwoordelijkheid neemt, heeft het heft in handen. “De mate waarin u zich conformeert aan antisociale groepsnormen, wordt altijd ondergraven wanneer u uw eigen verantwoordelijkheid opeist en die verantwoordelijkheid niet bij de groep legt.”

    4. Bewaak je eigen identiteit. Sta niet toe dat anderen je in een hokje, een categorie plaatsen, als een object.

    • Zeg je naam
    • Maak oogcontact
    • Geef informatie die je identiteit versterkt en sta erop dat anderen dat ook doen
    • Zoek gemeenschappelijke grond.
    • Breng aan het licht. Anonimiteit en heimelijkheid duiden op een verborgen agenda.
    • Ondersteun initiatieven die eigenwaarde ondersteunen
    • Doe niet mee aan stereotypering

    5. Respecteer gezag, rebelleer tegen onrechtmatige autoriteit. “Velen hullen zich in de mantel van het gezag, zijn pseudoleiders, valse profeten, bedriegers of propagandisten voor hun eigen zaak die men niet zozeer zou moeten respecteren, als wel publiekelijk zou moeten blootstellen aan een kritische evaluatie.”

    6. Heb je onafhankelijkheid lief, ook al wil je door de groep worden geaccepteerd. Want er zijn tijden waarin zich conformeren aan de groepsnorm haaks staat op het algemeen belang.

    7. Hoed je voor waanvoorstellingen. “De manier waarop iets gepresenteerd wordt, is vaak van grotere invloed dan de argumenten die een betoog ondersteunen.”

    8. Houdt je tijdsperspectief in balans. Je kunt weerstand bieden door je vast te houden aan de persoonlijke normen en waarden die in het verleden golden. Wie alleen in het hier-en-nu leeft, wordt het sterkst beïnvloed door de actuele situatie.

    9. Geef je rechten als mens en burger niet op voor de illusie van veiligheid. “Vaak krijgen manipulatoren macht over ons door een Faustiaans contract aan te bieden: u zult veilig zijn, mits u een deel van uw persoonlijke of burgerlijke vrijheid overdraagt aan een autoriteit. (…) Erich Fromms klassieker Escape from Freedom herinnert ons eraan dat dit de eerste stap is naar fascisme, zelfs in een democratisch bestel.”

    10. Bestrijd onrechtvaardige systemen. Door een verbond aan te gaan met gelijkgestemden vergroot je je weerbaarheid en kun je het verschil maken. Kritische vragen betreffende de mentaliteit van het groepsdenken is een vorm van weerstand. Systemen hebben een grote kracht. Jouw weerstand zal door het systeem worden uitgelegd als ‘verward’. Weerstand van twee personen is een ‘onderonsje’. Maar door de weerstand van een drietal ontstaat serieuze oppositie.

    Zie ook de Resisting Influence Guide (www.lucifereffect.com)

  • QuitGames

    QuitGames

    In het oude normaal was je gewoon ‘af’ als je verloor. In de nieuwe orde wacht je de dood. 

    In de immens populaire Squidgames is het gebruikelijk dat je wordt gedood als je het spel verliest. Meedogenloos, aldus de NOS.

    Het Zuid-Koreaanse Spel is behalve vermaak, alles behalve verbeelding. Het is gebaseerd op de realiteit. En zo is het. In de jungle geldt het recht van de sterkste en daar overleven de fitsten. Als echter van de realiteit een spel wordt gemaakt, is er dan een ook een risico dat van een spel de realiteit wordt gemaakt? We weten dat het spelen van gewelddadige videospellen de ontwikkeling van kinderen schaadt.

    Op schoolpleinen – vanouds al een jungle – worden nu onschuldige spelletjes op Zuid-Koreaanse wijze afgerond. Dood in plaats van af. Annamaria Koekoek…tot de dood ons scheidt. En kom nu niet aan met Hangman, Landjepik of het aloude ‘politie-boefje’… Wie is er nu koekoek?

    Het NTR programma De Societeit vertoonde afgelopen week een eigentijdse versie van een Quitgame. De boodschap is duidelijk: zonder spuit lig je er uit. 

    Geschikt vanaf 9 jaar. 

    O ja, De Societeit is een inclusieve talkshow en wordt opgenomen in de stad waar het een gezegde is: geen woorden, maar daden. 

    O ja, de NTR is “Publieke omroep met wettelijke taken op het gebied van informatie, educatie, cultuur, jeugd en diversiteit. De NTR maakt speciale programma’s voor alle doelgroepen.”

    Het is mijn dagelijks werk om scholen te helpen het sociaal veiliger te maken. Om niet normaal te maken wat niet normaal is. Om leerlingen in een veilige omgeving te helpen stoppen met niet-ok-gedrag. Andere omgeving, ander gedrag.

    Om te stoppen zonder straffen. Zodat iedereen wint. 

    Dat kunnen we, omdat pesten niet het gedrag is van een zieke geest, maar het gevolg van een ziek systeem, zoals Zimbardo overtuigend aantoonde. In het geval van de creatieve geesten van de NTR merk ik hoeveel moeite het me kost om dit voor ogen te houden … het is niet de geest, maar het gevolg. Van wat? Van de heersende geest? 

    Quitgames. Kunnen we weer bij zinnen komen?

    Plz.

    En De Societeit heeft even een time-out.

  • Gezag, Geest & Geld

    Gezag, Geest & Geld

    Ecosystemen fascineren mij als bioloog. Je ziet ze met je ogen dicht. Ecosystemen worden gevormd door de wisselwerking tussen organismen onderling en met hun abiotische omgeving in een afgebakend gebied. Ook de aarde is een systeem. In een systeem zijn altijd drie principes aanwezig: balans, afbakening  & bijdrage. In een gezond systeem is er een gerechtvaardigde balans van geven en ontvangen. Iedereen heeft ook recht op een eigen plaats in het systeem (afbakening). En tenslotte levert ieder een betekenisvolle bijdrage.

    Wat is er gaande in onze wereld in deze dagen? Ik doe een poging om de wereld met een systemische bril te bekijken. Dit essay is ook een vervolg op eerdere artikelen: (1) Angst, Autonomie & All you need, en (2) Vijf stappen naar volledige overheersing van een samenleving, en (3) Homo sorosensus. In dit deel beschouw ik de drie systeemprincipes zoals we die in de wereld kunnen waarnemen. Elk mens is onderdeel van het (eco)systeem Aarde. Daarom begin ik bij de drie basisbehoeften van de mens. Samen met drie complementaire menselijke basisvermogens geven ze zicht op het gedrag van individuen. Zij behoren tot het interne systeem van een mens. Vervolgens zoom ik uit van het individuele organisatieniveau naar populatieniveau. Daarbij verwoord ik de systeemprincipes als drie basiskrachten in de wereld: Gezag, Geest & Geld. Het zal blijken dat deze drie krachten een moreel appèl op de mens doen. Tenslotte, in een systeem zijn actoren en is er een omgeving. In het ecosysteem Aarde is het Klimaat onze omgeving. Onderstaande figuur is een schematische voorstelling van de werking van het systeem.

    1. Menselijke basisbehoeften en -vermogens

    Een mens is uitstekend toegerust om te functioneren in een systeem. De drie systeemprincipes vinden we terug in de vorm van de drie psychologische basisbehoeften van de mens: Relatie, Autonomie & Competentie. Deze behoeften vormen de basis van de Self Determination Theory van Ryan & Deci.

    • Relatie: de behoefte om verbonden te zijn met ‘de ander’. (Balans)
    • Autonomie: de behoefte om eigen keuzes te kunnen maken – en daar ook verantwoordelijk voor te zijn. (Afbakening)
    • Competentie: de behoefte om het zélf te kunnen. Om van betekenis te kunnen zijn. Om een bijdrage te kunnen leveren. De mate waarin we onafhankelijk kunnen zijn. De mate waarin we zelfvoorzienend zijn. (Bijdrage)

    Waar deze behoeften worden vervuld, handelen mensen intrinsiek gemotiveerd. Autonomie is het sleutelbegrip en voorwaarde voor met name de behoefte aan relatie. Zie ook artikel (1). Goed beschouwd kun je stellen dat deze basisbehoeften altijd en alleen relevantie hebben als ze in verhouding tot een ander staan.

    Een mens heeft niet alleen iets nodig, maar ook te geven. Waar volledig tegemoet wordt gekomen aan de drie basisbehoeften, daar komen ook de menselijke basisvermogens volledig uit de verf: Openheid, Nieuwsgierigheid & Creativiteit. Bij mijn weten zijn deze vermogens nog niet eerder op deze wijze verbonden aan de menselijke behoeften. De vraag ‘wat heb je nodig?’ heeft een equivalent in de vraag ‘wat kun je geven?’.

    • Openheid wil zeggen dat we ‘de ander’ zonder angst en oordeel tegemoet treden. Contact kunnen maken. Naar elkaar kunnen luisteren. Elkaar kunnen steunen.
    • Nieuwsgierigheid helpt ons om de wereld om ons heen te ontdekken.
    • Creativiteit brengt ons oplossingen en inzichten die onze leefwereld vergroten en verbeteren.

    Van een open naar een fixed mind

    Gedrag ontstaat als gevolg van de interactie met onze omgeving. De ideale omgeving draagt bij aan het vervullen van de basisbehoeften van de mens. Het is ook de voedingsbodem waarin de drie basisvermogens voluit kunnen functioneren. De basisbehoeften en de basisvermogens vormen in een systeem op deze wijze ook een balans van ontvangen en geven.

    Wie zijn vermogens voluit kan gebruiken, heeft een open mind. Een ideale omgeving is de plaats waar men vrij is van vrees en stress. Het zal echter duidelijk zijn dat deze ideale omgeving veelal een utopie is. In elk ecosysteem is het ‘eten of gegeten worden’. Een fixed mind is dan nodig om te overleven. Ieder mens heeft daarvoor in zijn jeugd een vaste mindset ontwikkeld. Angst & stress maken dat we niet meer open kunnen staan voor elkaar en dat we niet meer helder kunnen nadenken.

    2. Drie systeemkrachten

    Hoe kunnen we de systeemprincipes in een samenleving terugzien? Of bij de wereldbevolking als geheel? Het is echter wat vreemd om te spreken over de autonomie van de wereldbevolking. Daarvoor zijn er teveel variabelen die invloed uitoefenen. Ook is de vraag tegenover wat of wie is de mensheid autonoom. Daarom spreek ik over drie krachten als afgeleiden van de eerder genoemde systeemprincipes, te weten Gezag, Geest & Geld. Deze krachten ontstaan in bovenstaand model als het gevolg van het gebruik van de menselijke basisvermogens.

    • Gezag gaat over de verhouding tussen mensen. Wie heeft het voor het zeggen? Wie voert er regie? Gezag gaat over de hiërarchie in het systeem. Gezag wordt gedragen. Daar moet men waardig voor zijn. Recht doen en Gerechtigheid oefenen is de opdracht van een gezagsdrager.
    • Geest: gedachten zijn tolvrij en vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Bovenal is het een basisvoorwaarde voor sociale veiligheid.
    • Geld is onmiskenbaar een macht in de wereld. Loon naar werken zou uitgangspunt moeten zijn. Tevredenheid in de economie van het genoeg.

    Moreel appèl

    Elk van deze krachten kan worden aangewend op een wijze die andere mensen recht of onrecht doet.

    In de Bijbel wordt verslag gedaan van de verzoeking van Jezus door de satan (Mattheüs 4:1-11). In dit verhaal gaat het over de strijd tussen goed en kwaad. De drie verzoekingen betreffen de drie systeemkrachten waarover we in dit essay spreken, teruggebracht tot de essentie. Levensonderhoud, gezag dragen, en een veilige plek om te wonen. Om het makkelijker te onthouden: Brood, Boer, Boerderij. Het venijn zit ‘m in de staart van de verzoeking. De veilige plek wordt alleen verkregen na de erkenning van de satan als heer. Dat zou echter niet anders zijn dan de slavernij zoals ik dit in de bovenroute van het model plaats. Die route wordt ingeslagen als een mens hebzuchtig, immoreel, en zelfverheffend is. Jakobus, een leerling van Jezus, heeft het over de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen, en de grootsheid van het leven.

    Wat gebeurt er als hebzucht, hoogmoed en immoraliteit hoogtij vieren?

    • Gezag ontaardt dan in macht en machtsmisbruik. Machthebbers zien anderen dan als gebruiksvoorwerp, in plaats van gesprekspartner. Men beschikt er naar believen over. Zie ook artikel (2). Wie zich verheven voelt boven de ander, is hoogmoedig. Wie geen recht en gerechtigheid doet, gunt de ander geen plaats. De geschiedenis leert dat er overwonnen volken worden verplaatst en vermengd, in ballingschap werden gedreven, uitgemoord. Dat men van huis en haard moet vluchten om zich het vege lijf te redden. Ik noem dat ontvolking.
    • Autonomie bevordert nieuwsgierigheid en dat leidt tot nieuwe inzichten. Waar de menselijke geest wordt ingeperkt door manipulatie, (in)tolerantie, dominantie en intimidatie, daar begint de slavernij. De rol van het geweten is dan uitgespeeld. Immoraliteit – of ook a-moraliteit – is dan aan de orde.
    • Geld kan leiden tot geldzucht. Men streeft naar andermans bezit. Dat leidt onherroepelijk tot schuld aan de andere zijde. Schuld die moet worden ingelost door grond, grondstoffen, en arbeid.

    Schuld, Slavernij & Ontvolking zorgen weer voor Angst & Stress, waardoor menselijke basisbehoeften niet worden vervuld. Gezag, Geest & Geld doen dus een moreel appèl op ieder mens. Het zal duidelijk zijn dat wanneer deze drie systeemkrachten door verkeerde handen worden bestuurd, de wereld afstevent op de ondergang.

    3. Klimaat

    In de Biologie maken we in een ecosysteem onderscheid tussen biotische en abiotische factoren. In het ecosysteem Aarde is de temperatuur dus een abiotische factor die van invloed is op onze leefomgeving. Niet voor niets woedt er ook een klimaatstrijd over de bijdrage van de mens aan de opwarming van de aarde. Om de menselijke soort te laten overleven, zal het aantal mensen op aarde drastisch teruggebracht moeten worden. Althans, zo vinden sommigen. Het is immers eten of gegeten worden. Overbevolking wordt mondiaal gezien als het grootste probleem. Het zijn echter niet de hoeveelheid mensen die een probleem vormen, maar de verdeling van de grondstoffen die ze verbruiken. Het streven naar welvaart is niet het probleem. Wel het niet willen delen. Waarmee ik uiteraard op geen enkele wijze beweer dat zorg voor onze leefomgeving niet noodzakelijk is!

    4. Tot besluit

    We zien in deze dagen dat de autonomie van de mens wordt ingeperkt, dat mensen wereldwijd monddood worden gemaakt, en dat we gedwongen worden om afstand tot elkaar te bewaren. Schulden worden vergroot. Niet zelf nadenken, niet te dicht bij elkaar, en niet te veel vrije ruimte. Gedragsbeïnvloeding kan daarom alleen via deze dingen gaan. Deze maatregelen hebben dan ook onmiddellijk het effect van een fixed mind. Zowel UN als WHO maken duidelijk te streven naar een nieuw normaal van wereldwijde solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid. Zie ook artikel (3). De echo daarvan klinkt uit de monden van politieke leiders in de hele wereld.

    Gates en zijn vrouw hebben de systeembenadering in elk geval goed begrepen. Zij zien klimaatproblemen als het gevolg van overbevolking. Het is hun voorspelling dat als de mensheid niets aan het klimaatprobleem doet, er een volgende pandemie op de loer ligt. Ook zien zij dat mensen minder kinderen krijgen als de gezondheid verbetert. En de beste en effectiefste manier om de gezondheid te verbeteren, is vaccineren. Daarom investeren zij in global health care en al vanaf 2010 in vaccins. Hun andere focusgebieden zijn de landbouw, (het voorkomen van) gezinsvorming, en onderwijs.

    In dit artikel beoog ik inzicht te geven in het systeem waarin we als mensen leven. Daarmee heb ik nog geen antwoord gegeven op de vraag wat er gaande is. Het bovenstaande model biedt genoeg aanknopingspunten om de juiste vragen te stellen en de juiste sporen te volgen. Welke maatregelen worden genomen en welke effecten hebben ze? In welke cirkel passen ze? Een bekend mechanisme is ‘follow the money’. Twee andere mechanismen horen dus te zijn: ‘follow the mind’ en ‘follow the mighty’. Hebben zij of heeft hij/zij het beste met de wereldbevolking voor? Want dat is uiteindelijk de vraag. Wat is het morele kompas? Ik denk graag het goede van iemand, maar goedgelovig is in deze wereld niet op zijn plaats. Daarvoor is er teveel kwaad in de wereld.

    Het tegendeel van liefde is geen haat, maar onverschilligheid (Elie Wiesel). Het gezegde ‘overwin het kwade door het goede’ is hier meer dan op zijn plaats.

    Omwille van Boer, Boerderij & Brood.

  • Angst, Autonomie & All you need

    Angst, Autonomie & All you need

    Uit voorzorg blijven we binnen en werken we thuis. Uit veiligheid schudden we geen handen en houden we afstand. Met verstand doen we dat uit liefde voor onszelf en voor elkaar. We raken er zelfs aan gewend. Aanvankelijk waren we verward en ongerust. Wat op ons afkwam, was onzichtbaar, gevaarlijk en onbekend. En dat is het nog steeds.

    De overheid doet er dan ook alles aan om ons te overtuigen dat alle maatregelen nodig zijn om het veiliger te maken. De enige reden om een maatregel te versoepelen is wanneer we zeker weten dat het veilig is. Als het virus uitdooft, dan kan ook de angst ervoor uitdoven.

    Omdat het gevaar groter is dan onszelf, gaan we het ook samen te lijf. Want samenwerken vergroot onze kans op overleven. En samen moeten we corona controleren, voordat het ons controleert. We moeten het laten uitdoven. En als we de controle hebben, dan kunnen we voorzichtig weer een stapje naar buiten zetten. Het is een natuurlijke reactie. Hoe werkt dat in ons brein?

    Angst

    Angst is een mechanisme dat ons in leven houdt in een onveilige omgeving. Dagelijks omringen ons allerlei onbekende gevaren. Onze antenne daarvoor is angst. Soms ervaren we angst als een emotie, dan weer als een vorm van druk (stress). We krijgen er buikpijn van. Onveilige omgevingen en situaties worden in ons geheugen opgeslagen. Hoe groter de impact van een onveilige situatie, hoe sterker deze in ons geheugen is verankerd. Angst dooft alleen uit als we met ons verstand zeker weten dat het veilig is [2]. Dan bekijk je bij aankomst in een hotelkamer eerst even de aangegeven vluchtroute. En dat doe je zeker als je al een keer een ontruiming hebt meegemaakt.

    In een onveilige omgeving schakelt ons brein over op vaste denkpatronen om te overleven [3]. Dat noemen we een schema of een fixed mindset. Het kost ons dan moeite om ons te verbinden met anderen in onze omgeving.

    Er zijn zes dingen waar we angst voor kunnen hebben: afwijzing, zwakte, onzekerheid, fouten, buitensluiting en onbegrip. En ja, we kunnen van alle angsten wat hebben. Daarom blijft de een binnen om de onzekerheid te lijf te gaan. Een ander vreest niet opgewassen te zijn tegen het virus. En een derde houdt afstand om niet afgewezen te worden. Want ons verstand zegt dat dit allemaal het veiligst is. Daarom heet het ook gezond verstand.

    Angst belemmert het werkgeheugen en het oppikken van nieuwe informatie. Kinderen stappen over op een fixed mindset als ouders zich te veel zorgen maken [4]. Ook wanneer je wordt bekritiseerd, bestraft of afgewezen, dan reageert je brein alsof je leven wordt bedreigd. Onze eerste neiging is daarom ook dat we ons niet in zo’n positie willen brengen. Sociale afwijzing geeft dezelfde neuronale activiteit als fysieke pijn [5]. Onderzoek toont aan dat onze hersenen onze sociale behoeften gelijk stellen aan onze overleving [6]. We willen een ander dan ook (kunnen) vertrouwen.

    Autonomie

    Mensen die voelen dat ze controle over hun leven hebben en die een doel in hun leven hebben, zijn minder gevoelig voor angststoornissen, zelfs als ze door de zwaarste tijden gaan [7]. Dat gevoel noemen we een interne locus of control. Mensen met een externe locus of control schrijven hun gedrag of resultaten toe aan oorzaken buiten zichzelf. Zij voelen zich eerder slachtoffer van een situatie en lopen een groter risico op angstige en depressieve gevoelens. Hoe hulpelozer, hoe hopelozer. Hoe minder controle iemand meent te hebben in een bedreigende situatie, des te meer stress zal dat opleveren.

    Variaties in eigenwaarde en de interne locus of control voorspellen ook de mate van de cortisolafgifte [8]. Cortisol is het hormoon dat een prominente rol speelt bij chronische stress. Een chronisch hoge cortisolspiegel zorgt voor een afname van het aantal verbindingen tussen de hersencellen in de verschillende hersengebieden. Daardoor kan de angstrespons dus minder goed onder controle worden gehouden en wordt deze dus heviger [2]. De afname van het hersenvolume als gevolg van chronische stress hangt bij jongeren samen met het niveau van zelfrespect en ervaren autonomie [8].

    Een van de drie psychologische basisbehoeften is de behoefte aan autonomie [9]. De vrijheid om zelf keuzes te mogen maken of om ergens invloed op uit te kunnen oefenen. Om controle over ons leven te hebben. Wat we onder controle hebben, is geen crisis meer. Dan zijn de risico’s beheersbaar en kunnen we ons (openbare) leven daarnaar inrichten. Want autonomie is altijd een begrensde vrijheid. Vrij van vrees bestaat per definitie bij het scheppen van een omheining.

    Hiërarchie creëert onvermijdelijk vrees, omdat je altijd iets weggeeft van je eigen autonomie. En hoeveel vertrouwen heb je dan dat je niet wordt bekritiseerd of bestraft als je je fouten toegeeft of je mening uit [10]? De voornaamste triggers voor een stressrespons zijn onrealistische deadlines, gebrek aan respect, oneerlijke behandeling, niet gehoord worden, en niet gewaardeerd worden [11, 12, 13]. Hoeveel vertrouwen hebben we dat een ander jouw behoefte aan autonomie respecteert? En hoe kunnen jouw medewerkers weten dat het veilig is?

    All you need

    Volmaakte liefde verdrijft de vrees. Veerkracht ontlenen we aan een zinvol leven, aan de mate waarin we effectief om kunnen gaan met angst, en de mate waarin we ons sociaal kunnen gedragen [14, 15, 16]. Een zinvol leven kent verschillende pijlers. Ergens bij horen is er een van. Het nastreven van een doel dat iets bijdraagt aan de samenleving is een andere pijler. Mensen die zo’n doel hebben, beschikken ook over een grotere zelfkennis. Zelfkennis blijkt daarmee een belangrijk ingrediënt voor een zinvol leven [17]. Weten wie je bent en wat je kunt.

    Om betekenisvol te kunnen zijn, is het van belang dat mensen ook het gevoel kunnen hebben een positieve bijdrage te leveren. Martela & Riekki noemen dat weldadigheid – beneficience [18]. Weldadigheid is het doen van iets goeds voor een ander. Het blijkt dat weldadigheid ook voordelig is voor je eigen welbevinden  [19] . Being good by doing good [20]. Hoe meer we ons welbevinden, hoe meer goed we kunnen doen. En hoe meer goed we doen, hoe meer we ons welbevinden. Niet alleen de beste in de wereld, maar ook het beste voor de wereld. Het leven verwacht iets van ons.

    Welbevinden kun je definiëren als de mate waarin iemand voluit functioneert [21]. Wie zo leeft, leeft vanuit een benefit mindset  [22]. Met een benefit mindset spreken we niet alleen onze eigen potentie aan, maar we zoeken deze bij te laten dragen aan het welbevinden van anderen en de samenleving als geheel. Een growth mindset bekrachtigt ontwikkeling [23]; een benefit mindset stimuleert ontwikkeling ten dienste van anderen. Mensen met een benefit mindset vragen zich af hoe ze van betekenis kunnen zijn in het leven – van anderen. Zij dragen zorg voor alle mensen op de hele planeet. Leven vanuit een benefit mindset betekent dat men niet alleen weldenkend is, maar ook weldoet. Weldaden creëren een betere wereld. Van competitie naar contributie. Je bent niet alleen zelf van betekenis, maar ook de ander krijgt betekenis voor jou. Een benefit mindset maakt het  vieren van verschillen mogelijk. Want waar een ander staat, kun jij niet zijn. Verschil moet er zijn.

    Daarom blijft de één binnen om de ander te kunnen laten zorgen. Daarom kan de één haar kleinkinderen niet op bezoek hebben, maar wel de kleinkinderen van een ander onderwijzen.

    Daarom… vul zelf maar aan.

     

    Verwijzingen

    Download artikel in pdf: Angst Autonomie & All you need

     

Chat openen
Hallo 👋
Kunnen we je helpen?