Tag: autonomie

  • Gezag, Geest & Geld

    Gezag, Geest & Geld

    Ecosystemen fascineren mij als bioloog. Je ziet ze met je ogen dicht. Ecosystemen worden gevormd door de wisselwerking tussen organismen onderling en met hun abiotische omgeving in een afgebakend gebied. Ook de aarde is een systeem. In een systeem zijn altijd drie principes aanwezig: balans, afbakening  & bijdrage. In een gezond systeem is er een gerechtvaardigde balans van geven en ontvangen. Iedereen heeft ook recht op een eigen plaats in het systeem (afbakening). En tenslotte levert ieder een betekenisvolle bijdrage.

    Wat is er gaande in onze wereld in deze dagen? Ik doe een poging om de wereld met een systemische bril te bekijken. Dit essay is ook een vervolg op eerdere artikelen: (1) Angst, Autonomie & All you need, en (2) Vijf stappen naar volledige overheersing van een samenleving, en (3) Homo sorosensus. In dit deel beschouw ik de drie systeemprincipes zoals we die in de wereld kunnen waarnemen. Elk mens is onderdeel van het (eco)systeem Aarde. Daarom begin ik bij de drie basisbehoeften van de mens. Samen met drie complementaire menselijke basisvermogens geven ze zicht op het gedrag van individuen. Zij behoren tot het interne systeem van een mens. Vervolgens zoom ik uit van het individuele organisatieniveau naar populatieniveau. Daarbij verwoord ik de systeemprincipes als drie basiskrachten in de wereld: Gezag, Geest & Geld. Het zal blijken dat deze drie krachten een moreel appèl op de mens doen. Tenslotte, in een systeem zijn actoren en is er een omgeving. In het ecosysteem Aarde is het Klimaat onze omgeving. Onderstaande figuur is een schematische voorstelling van de werking van het systeem.

    1. Menselijke basisbehoeften en -vermogens

    Een mens is uitstekend toegerust om te functioneren in een systeem. De drie systeemprincipes vinden we terug in de vorm van de drie psychologische basisbehoeften van de mens: Relatie, Autonomie & Competentie. Deze behoeften vormen de basis van de Self Determination Theory van Ryan & Deci.

    • Relatie: de behoefte om verbonden te zijn met ‘de ander’. (Balans)
    • Autonomie: de behoefte om eigen keuzes te kunnen maken – en daar ook verantwoordelijk voor te zijn. (Afbakening)
    • Competentie: de behoefte om het zélf te kunnen. Om van betekenis te kunnen zijn. Om een bijdrage te kunnen leveren. De mate waarin we onafhankelijk kunnen zijn. De mate waarin we zelfvoorzienend zijn. (Bijdrage)

    Waar deze behoeften worden vervuld, handelen mensen intrinsiek gemotiveerd. Autonomie is het sleutelbegrip en voorwaarde voor met name de behoefte aan relatie. Zie ook artikel (1). Goed beschouwd kun je stellen dat deze basisbehoeften altijd en alleen relevantie hebben als ze in verhouding tot een ander staan.

    Een mens heeft niet alleen iets nodig, maar ook te geven. Waar volledig tegemoet wordt gekomen aan de drie basisbehoeften, daar komen ook de menselijke basisvermogens volledig uit de verf: Openheid, Nieuwsgierigheid & Creativiteit. Bij mijn weten zijn deze vermogens nog niet eerder op deze wijze verbonden aan de menselijke behoeften. De vraag ‘wat heb je nodig?’ heeft een equivalent in de vraag ‘wat kun je geven?’.

    • Openheid wil zeggen dat we ‘de ander’ zonder angst en oordeel tegemoet treden. Contact kunnen maken. Naar elkaar kunnen luisteren. Elkaar kunnen steunen.
    • Nieuwsgierigheid helpt ons om de wereld om ons heen te ontdekken.
    • Creativiteit brengt ons oplossingen en inzichten die onze leefwereld vergroten en verbeteren.

    Van een open naar een fixed mind

    Gedrag ontstaat als gevolg van de interactie met onze omgeving. De ideale omgeving draagt bij aan het vervullen van de basisbehoeften van de mens. Het is ook de voedingsbodem waarin de drie basisvermogens voluit kunnen functioneren. De basisbehoeften en de basisvermogens vormen in een systeem op deze wijze ook een balans van ontvangen en geven.

    Wie zijn vermogens voluit kan gebruiken, heeft een open mind. Een ideale omgeving is de plaats waar men vrij is van vrees en stress. Het zal echter duidelijk zijn dat deze ideale omgeving veelal een utopie is. In elk ecosysteem is het ‘eten of gegeten worden’. Een fixed mind is dan nodig om te overleven. Ieder mens heeft daarvoor in zijn jeugd een vaste mindset ontwikkeld. Angst & stress maken dat we niet meer open kunnen staan voor elkaar en dat we niet meer helder kunnen nadenken.

    2. Drie systeemkrachten

    Hoe kunnen we de systeemprincipes in een samenleving terugzien? Of bij de wereldbevolking als geheel? Het is echter wat vreemd om te spreken over de autonomie van de wereldbevolking. Daarvoor zijn er teveel variabelen die invloed uitoefenen. Ook is de vraag tegenover wat of wie is de mensheid autonoom. Daarom spreek ik over drie krachten als afgeleiden van de eerder genoemde systeemprincipes, te weten Gezag, Geest & Geld. Deze krachten ontstaan in bovenstaand model als het gevolg van het gebruik van de menselijke basisvermogens.

    • Gezag gaat over de verhouding tussen mensen. Wie heeft het voor het zeggen? Wie voert er regie? Gezag gaat over de hiërarchie in het systeem. Gezag wordt gedragen. Daar moet men waardig voor zijn. Recht doen en Gerechtigheid oefenen is de opdracht van een gezagsdrager.
    • Geest: gedachten zijn tolvrij en vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Bovenal is het een basisvoorwaarde voor sociale veiligheid.
    • Geld is onmiskenbaar een macht in de wereld. Loon naar werken zou uitgangspunt moeten zijn. Tevredenheid in de economie van het genoeg.

    Moreel appèl

    Elk van deze krachten kan worden aangewend op een wijze die andere mensen recht of onrecht doet.

    In de Bijbel wordt verslag gedaan van de verzoeking van Jezus door de satan (Mattheüs 4:1-11). In dit verhaal gaat het over de strijd tussen goed en kwaad. De drie verzoekingen betreffen de drie systeemkrachten waarover we in dit essay spreken, teruggebracht tot de essentie. Levensonderhoud, gezag dragen, en een veilige plek om te wonen. Om het makkelijker te onthouden: Brood, Boer, Boerderij. Het venijn zit ‘m in de staart van de verzoeking. De veilige plek wordt alleen verkregen na de erkenning van de satan als heer. Dat zou echter niet anders zijn dan de slavernij zoals ik dit in de bovenroute van het model plaats. Die route wordt ingeslagen als een mens hebzuchtig, immoreel, en zelfverheffend is. Jakobus, een leerling van Jezus, heeft het over de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen, en de grootsheid van het leven.

    Wat gebeurt er als hebzucht, hoogmoed en immoraliteit hoogtij vieren?

    • Gezag ontaardt dan in macht en machtsmisbruik. Machthebbers zien anderen dan als gebruiksvoorwerp, in plaats van gesprekspartner. Men beschikt er naar believen over. Zie ook artikel (2). Wie zich verheven voelt boven de ander, is hoogmoedig. Wie geen recht en gerechtigheid doet, gunt de ander geen plaats. De geschiedenis leert dat er overwonnen volken worden verplaatst en vermengd, in ballingschap werden gedreven, uitgemoord. Dat men van huis en haard moet vluchten om zich het vege lijf te redden. Ik noem dat ontvolking.
    • Autonomie bevordert nieuwsgierigheid en dat leidt tot nieuwe inzichten. Waar de menselijke geest wordt ingeperkt door manipulatie, (in)tolerantie, dominantie en intimidatie, daar begint de slavernij. De rol van het geweten is dan uitgespeeld. Immoraliteit – of ook a-moraliteit – is dan aan de orde.
    • Geld kan leiden tot geldzucht. Men streeft naar andermans bezit. Dat leidt onherroepelijk tot schuld aan de andere zijde. Schuld die moet worden ingelost door grond, grondstoffen, en arbeid.

    Schuld, Slavernij & Ontvolking zorgen weer voor Angst & Stress, waardoor menselijke basisbehoeften niet worden vervuld. Gezag, Geest & Geld doen dus een moreel appèl op ieder mens. Het zal duidelijk zijn dat wanneer deze drie systeemkrachten door verkeerde handen worden bestuurd, de wereld afstevent op de ondergang.

    3. Klimaat

    In de Biologie maken we in een ecosysteem onderscheid tussen biotische en abiotische factoren. In het ecosysteem Aarde is de temperatuur dus een abiotische factor die van invloed is op onze leefomgeving. Niet voor niets woedt er ook een klimaatstrijd over de bijdrage van de mens aan de opwarming van de aarde. Om de menselijke soort te laten overleven, zal het aantal mensen op aarde drastisch teruggebracht moeten worden. Althans, zo vinden sommigen. Het is immers eten of gegeten worden. Overbevolking wordt mondiaal gezien als het grootste probleem. Het zijn echter niet de hoeveelheid mensen die een probleem vormen, maar de verdeling van de grondstoffen die ze verbruiken. Het streven naar welvaart is niet het probleem. Wel het niet willen delen. Waarmee ik uiteraard op geen enkele wijze beweer dat zorg voor onze leefomgeving niet noodzakelijk is!

    4. Tot besluit

    We zien in deze dagen dat de autonomie van de mens wordt ingeperkt, dat mensen wereldwijd monddood worden gemaakt, en dat we gedwongen worden om afstand tot elkaar te bewaren. Schulden worden vergroot. Niet zelf nadenken, niet te dicht bij elkaar, en niet te veel vrije ruimte. Gedragsbeïnvloeding kan daarom alleen via deze dingen gaan. Deze maatregelen hebben dan ook onmiddellijk het effect van een fixed mind. Zowel UN als WHO maken duidelijk te streven naar een nieuw normaal van wereldwijde solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid. Zie ook artikel (3). De echo daarvan klinkt uit de monden van politieke leiders in de hele wereld.

    Gates en zijn vrouw hebben de systeembenadering in elk geval goed begrepen. Zij zien klimaatproblemen als het gevolg van overbevolking. Het is hun voorspelling dat als de mensheid niets aan het klimaatprobleem doet, er een volgende pandemie op de loer ligt. Ook zien zij dat mensen minder kinderen krijgen als de gezondheid verbetert. En de beste en effectiefste manier om de gezondheid te verbeteren, is vaccineren. Daarom investeren zij in global health care en al vanaf 2010 in vaccins. Hun andere focusgebieden zijn de landbouw, (het voorkomen van) gezinsvorming, en onderwijs.

    In dit artikel beoog ik inzicht te geven in het systeem waarin we als mensen leven. Daarmee heb ik nog geen antwoord gegeven op de vraag wat er gaande is. Het bovenstaande model biedt genoeg aanknopingspunten om de juiste vragen te stellen en de juiste sporen te volgen. Welke maatregelen worden genomen en welke effecten hebben ze? In welke cirkel passen ze? Een bekend mechanisme is ‘follow the money’. Twee andere mechanismen horen dus te zijn: ‘follow the mind’ en ‘follow the mighty’. Hebben zij of heeft hij/zij het beste met de wereldbevolking voor? Want dat is uiteindelijk de vraag. Wat is het morele kompas? Ik denk graag het goede van iemand, maar goedgelovig is in deze wereld niet op zijn plaats. Daarvoor is er teveel kwaad in de wereld.

    Het tegendeel van liefde is geen haat, maar onverschilligheid (Elie Wiesel). Het gezegde ‘overwin het kwade door het goede’ is hier meer dan op zijn plaats.

    Omwille van Boer, Boerderij & Brood.

  • Angst, Autonomie & All you need

    Angst, Autonomie & All you need

    Uit voorzorg blijven we binnen en werken we thuis. Uit veiligheid schudden we geen handen en houden we afstand. Met verstand doen we dat uit liefde voor onszelf en voor elkaar. We raken er zelfs aan gewend. Aanvankelijk waren we verward en ongerust. Wat op ons afkwam, was onzichtbaar, gevaarlijk en onbekend. En dat is het nog steeds.

    De overheid doet er dan ook alles aan om ons te overtuigen dat alle maatregelen nodig zijn om het veiliger te maken. De enige reden om een maatregel te versoepelen is wanneer we zeker weten dat het veilig is. Als het virus uitdooft, dan kan ook de angst ervoor uitdoven.

    Omdat het gevaar groter is dan onszelf, gaan we het ook samen te lijf. Want samenwerken vergroot onze kans op overleven. En samen moeten we corona controleren, voordat het ons controleert. We moeten het laten uitdoven. En als we de controle hebben, dan kunnen we voorzichtig weer een stapje naar buiten zetten. Het is een natuurlijke reactie. Hoe werkt dat in ons brein?

    Angst

    Angst is een mechanisme dat ons in leven houdt in een onveilige omgeving. Dagelijks omringen ons allerlei onbekende gevaren. Onze antenne daarvoor is angst. Soms ervaren we angst als een emotie, dan weer als een vorm van druk (stress). We krijgen er buikpijn van. Onveilige omgevingen en situaties worden in ons geheugen opgeslagen. Hoe groter de impact van een onveilige situatie, hoe sterker deze in ons geheugen is verankerd. Angst dooft alleen uit als we met ons verstand zeker weten dat het veilig is [2]. Dan bekijk je bij aankomst in een hotelkamer eerst even de aangegeven vluchtroute. En dat doe je zeker als je al een keer een ontruiming hebt meegemaakt.

    In een onveilige omgeving schakelt ons brein over op vaste denkpatronen om te overleven [3]. Dat noemen we een schema of een fixed mindset. Het kost ons dan moeite om ons te verbinden met anderen in onze omgeving.

    Er zijn zes dingen waar we angst voor kunnen hebben: afwijzing, zwakte, onzekerheid, fouten, buitensluiting en onbegrip. En ja, we kunnen van alle angsten wat hebben. Daarom blijft de een binnen om de onzekerheid te lijf te gaan. Een ander vreest niet opgewassen te zijn tegen het virus. En een derde houdt afstand om niet afgewezen te worden. Want ons verstand zegt dat dit allemaal het veiligst is. Daarom heet het ook gezond verstand.

    Angst belemmert het werkgeheugen en het oppikken van nieuwe informatie. Kinderen stappen over op een fixed mindset als ouders zich te veel zorgen maken [4]. Ook wanneer je wordt bekritiseerd, bestraft of afgewezen, dan reageert je brein alsof je leven wordt bedreigd. Onze eerste neiging is daarom ook dat we ons niet in zo’n positie willen brengen. Sociale afwijzing geeft dezelfde neuronale activiteit als fysieke pijn [5]. Onderzoek toont aan dat onze hersenen onze sociale behoeften gelijk stellen aan onze overleving [6]. We willen een ander dan ook (kunnen) vertrouwen.

    Autonomie

    Mensen die voelen dat ze controle over hun leven hebben en die een doel in hun leven hebben, zijn minder gevoelig voor angststoornissen, zelfs als ze door de zwaarste tijden gaan [7]. Dat gevoel noemen we een interne locus of control. Mensen met een externe locus of control schrijven hun gedrag of resultaten toe aan oorzaken buiten zichzelf. Zij voelen zich eerder slachtoffer van een situatie en lopen een groter risico op angstige en depressieve gevoelens. Hoe hulpelozer, hoe hopelozer. Hoe minder controle iemand meent te hebben in een bedreigende situatie, des te meer stress zal dat opleveren.

    Variaties in eigenwaarde en de interne locus of control voorspellen ook de mate van de cortisolafgifte [8]. Cortisol is het hormoon dat een prominente rol speelt bij chronische stress. Een chronisch hoge cortisolspiegel zorgt voor een afname van het aantal verbindingen tussen de hersencellen in de verschillende hersengebieden. Daardoor kan de angstrespons dus minder goed onder controle worden gehouden en wordt deze dus heviger [2]. De afname van het hersenvolume als gevolg van chronische stress hangt bij jongeren samen met het niveau van zelfrespect en ervaren autonomie [8].

    Een van de drie psychologische basisbehoeften is de behoefte aan autonomie [9]. De vrijheid om zelf keuzes te mogen maken of om ergens invloed op uit te kunnen oefenen. Om controle over ons leven te hebben. Wat we onder controle hebben, is geen crisis meer. Dan zijn de risico’s beheersbaar en kunnen we ons (openbare) leven daarnaar inrichten. Want autonomie is altijd een begrensde vrijheid. Vrij van vrees bestaat per definitie bij het scheppen van een omheining.

    Hiërarchie creëert onvermijdelijk vrees, omdat je altijd iets weggeeft van je eigen autonomie. En hoeveel vertrouwen heb je dan dat je niet wordt bekritiseerd of bestraft als je je fouten toegeeft of je mening uit [10]? De voornaamste triggers voor een stressrespons zijn onrealistische deadlines, gebrek aan respect, oneerlijke behandeling, niet gehoord worden, en niet gewaardeerd worden [11, 12, 13]. Hoeveel vertrouwen hebben we dat een ander jouw behoefte aan autonomie respecteert? En hoe kunnen jouw medewerkers weten dat het veilig is?

    All you need

    Volmaakte liefde verdrijft de vrees. Veerkracht ontlenen we aan een zinvol leven, aan de mate waarin we effectief om kunnen gaan met angst, en de mate waarin we ons sociaal kunnen gedragen [14, 15, 16]. Een zinvol leven kent verschillende pijlers. Ergens bij horen is er een van. Het nastreven van een doel dat iets bijdraagt aan de samenleving is een andere pijler. Mensen die zo’n doel hebben, beschikken ook over een grotere zelfkennis. Zelfkennis blijkt daarmee een belangrijk ingrediënt voor een zinvol leven [17]. Weten wie je bent en wat je kunt.

    Om betekenisvol te kunnen zijn, is het van belang dat mensen ook het gevoel kunnen hebben een positieve bijdrage te leveren. Martela & Riekki noemen dat weldadigheid – beneficience [18]. Weldadigheid is het doen van iets goeds voor een ander. Het blijkt dat weldadigheid ook voordelig is voor je eigen welbevinden  [19] . Being good by doing good [20]. Hoe meer we ons welbevinden, hoe meer goed we kunnen doen. En hoe meer goed we doen, hoe meer we ons welbevinden. Niet alleen de beste in de wereld, maar ook het beste voor de wereld. Het leven verwacht iets van ons.

    Welbevinden kun je definiëren als de mate waarin iemand voluit functioneert [21]. Wie zo leeft, leeft vanuit een benefit mindset  [22]. Met een benefit mindset spreken we niet alleen onze eigen potentie aan, maar we zoeken deze bij te laten dragen aan het welbevinden van anderen en de samenleving als geheel. Een growth mindset bekrachtigt ontwikkeling [23]; een benefit mindset stimuleert ontwikkeling ten dienste van anderen. Mensen met een benefit mindset vragen zich af hoe ze van betekenis kunnen zijn in het leven – van anderen. Zij dragen zorg voor alle mensen op de hele planeet. Leven vanuit een benefit mindset betekent dat men niet alleen weldenkend is, maar ook weldoet. Weldaden creëren een betere wereld. Van competitie naar contributie. Je bent niet alleen zelf van betekenis, maar ook de ander krijgt betekenis voor jou. Een benefit mindset maakt het  vieren van verschillen mogelijk. Want waar een ander staat, kun jij niet zijn. Verschil moet er zijn.

    Daarom blijft de één binnen om de ander te kunnen laten zorgen. Daarom kan de één haar kleinkinderen niet op bezoek hebben, maar wel de kleinkinderen van een ander onderwijzen.

    Daarom… vul zelf maar aan.

     

    Verwijzingen

    Download artikel in pdf: Angst Autonomie & All you need

     

  • De gratie van de relatie

    “The most important aspect of a school is the quality of the human relationships within that school.” Bron

    We starten dit schooljaar met 650 leerlingen. 650 leerlingen om lief te hebben. Let wel: de verantwoordelijkheid voor 650 is niet groter dan voor 1! Want God verkiest relatie boven activiteit. Bij de gratie van de relatie!

    Mensen zijn geschapen om relaties aan te gaan; ze zijn ingesteld op contact. Daniel Goleman, auteur van onder meer het boek Emotionele intelligentie, schrijft daarover in zijn andere boek “Sociale intelligentie”, waarin hij wetenschappelijke inzichten over het sociale brein verwerkt tot een leesbaar geheel. Het sociale brein is overigens niet een localiseerbaar gedeelte van onze hersenen, maar veel meer een netwerk van hersengebieden die met elkaar samenwerken. Een dynamisch geheel!

    Door relaties wordt een gemeenschap gevormd van ‘kennen en gekend worden’. Door relaties wordt verbondenheid ervaren en zonder relaties geen overdracht van leven, van Leven. Bij de gratie van de relatie. Mooi woord is dat: gratie. Genade! Zo zeggen we dat ook: ik krijg een relatie. We zeggen niet: ik neem een relatie.

    Drie psychologische basisbehoeften staan aan de basis van motivatie, de innerlijke aanzet tot beweging. Dat zijn de behoefte aan competentie, autonomie en relatie.

    • Competent: je kan het
    • Autonomie: ik kan het zelf (of: ik kan zelf kiezen)
    • Relatie: ik hoor erbij

    Deze drie behoeften kunnen ook voor een organisatie gelden, zeker voor een schoolgemeenschap. Ook op onze school is deze drieslag zichtbaar. Na een roerige periode hebben we met elkaar gewerkt aan competentie. Vertrouwen in eigen kunnen en ontdekken (zichtbaar maken!) van talenten. Afgelopen schooljaar stond in het teken van het thema ‘Doe je werk met plezier’ (Efeze 5). Dat heb je onder meer als je doet wat je leuk vindt, en als je in de gelegenheid bent om het op jouw manier te doen (autonomie).  En nu dan “bij de gratie van de relatie’.

    Via twitter kreeg ik het begrip ‘Caring learning community’ , een zorgende of zorgzame leergemeenschap, onder de aandacht. Een CLC wordt door diverse scholen in de UK en USA gehanteerd als hun visie voor hun schoolleven. Een wetenschappelijk studie naar het gedrag dat meeste bijdraagt aan een CLC, onderscheid 5 categorieën gedrag: Bron

    • het vermogen om angst te verminderen / positief gezegd: zorgzaamheid
    • bereidheid om te luisteren
    • belonen van goed gedrag
    • overdracht van vriendschap
    • gepast gebruik van positieve kritiek.

    In een aantal bijdragen zal ik op ingaan op deze 5 categorieën.

    Voor onze school is een CLC geen nieuwe gedachte. We zíjn een zorgzame leergemeenschap. Dat is ook de opdracht die Jezus ons gaf: “… opdat zij allen een zijn.” en “geef acht op elkaar”. Uit onderzoek blijkt verder dat zorgzaamheid de meest belangrijke kwaliteit is waar leerlingen op letten. In dat licht moeten we eigenlijk ook geen onderscheid maken tussen ‘leerlingen’ en ‘zorgleerlingen’.  Welke leerling is geen zorgleerling? Zorgzaamheid is overigens niet hetzelfde als: alles voor een ander doen; dan ontneem je de ander zijn autonomie . Zorgzaamheid is juist datgene doen dat zorgt dat een ander zich kan ontwikkelen.

    Door liefde gedreven! Dat is de titel van een boekje wat Heidi Baker schreef over de zaligsprekingen in de Bergrede. Zij beschrijft daarin hoe zij leert om anderen onvoorwaardelijk lief te hebben, en bovenal alles te verwachten van haar hemelse Vader. Radicale liefde die zorgt dat harten aangeraakt worden, en het Koninkrijk van God gestalte krijgt.

    In het eerder genoemde boek van Goleman onderscheid hij op grond van wetenschappelijke inzichten drie componenten van ‘liefde’: gehechtheid, zorgzaamheid en verlangen. Dat vind ik een prachtige beschrijving, juist ook van het leven als christen en als medewerker van de Passie. Gehecht op het fundament van het Woord, op Christus. Zorgzaam naar anderen en verlangend naar de tegenwoordigheid van de Geest.

    [bij de start van het schooljaar 2010-2011]