Zonder verlangen is er geen leven. Liefde kan alleen werken als je het kunt delen met een ander. Liefde heeft een ander nodig en streeft naar éénwording. Daarom is dit de samenvatting van de Bijbel: God liefhebben met je hele hebben en houden en de ander als jezelf. God schiep de uitersten: hemelen en aarde. Hij deed omdat Hij Zijn liefde wilde delen. Als een elastiek werden ze uit elkaar getrokken. Zo kwam er spanning op te staan: het verlangen naar hereniging. En het werd de taak van de mens om terug te keren. Om de schepping bij de Schepper te brengen. De zin van ons bestaan is daarom gelegen in weldoen. Dat is de weg terug.
Eens vertelde Jezus over twee zonen. De oudste was een braverik en de jongste leefde erop los. Die was al vroeg uit huis vertrokken. Verbraste al zijn geld en zat ten slotte berooid en alleen aan de grond. Het was bij de beesten af. Toen dacht hij aan huis en dat deed zijn verlangen opvlammen. En met lood in zijn schoenen toog hij terug. Van verre zag hem zijn vader! Vol verlangen. En zelden heeft een verloren zoon een warmer onthaal gekregen dan deze. Uit de dood herrezen. Het was feest in huis.
Het oudste kind, ook thuiskomend en dat feest ziende, had ook een verlangen. Op het oog verlangde hij een beloning voor goed gedrag. Echter, daaronder zat het verlangen om gezien te worden en de waardering van zijn vader te ontvangen. Zijn vader had hem evengoed in het oog. Met alle warmte die je maar kan voelen, hoorde de oudste zoon zijn vader zeggen: alles van mij is al van jou. Vier feest!
Twee zoons. Twee uitersten. Zodat niemand kan zeggen te ver te heen te zijn om niet terug te kunnen gaan. Herkenbaar?
Eén Vader. Hij liet Zijn Zoon vertrekken naar het dodenrijk. Deze Zoon kwam terug in het leven. Vol verlangen bracht Hij de schepping mee. Wat een feest! Vier je het mee?