Categorie: Gedrag

In deze rubriek vind je berichten over gedragsbiologie en mijn promotieonderzoek naar een effectieve onderwijsleerstrategie voor gedragsbiologie

  • Ik ben lui

    Over uitstelgedrag

    “Ik ben lui” zei een leerling eens tegen me als reden waarom taken niet opgepakt werden. Helaas voor haar ging die verklaring er bij mij niet in. Eerlijk gezegd heb ik nog nooit echt luie mensen leren kennen. In de meeste situaties van vermeend uitstelgedrag waren leerlingen veel energie kwijt om zich staande te houden in een stressvolle omgeving. Zo bleef er geen energie meer over om aandacht te geven aan andere taken die ook tot hun verplichtingen behoorden. “Je bent niet lui. Dat wil ik ook niet meer horen. Hooguit dat je je aandacht nodig hebt voor andere taken!”. Terzijde: ik heb overigens nóg meer moeite met docenten die een leerling lui noemen!

    Uitstelgedrag wordt ook wel met een mooi woord procrastinatie genoemd, maar het bezorgt veel mensen een ongemakkelijk gevoel. “Eigenlijk moet ik…” En echt niet alleen studenten talmen met het oppakken van de studie! Uitstelgedrag is al decennia lang onderwerp van gesprek, van onderzoek en van coaching, én van frustratie. En ondanks dat alles bestaat het nog steeds en zal het blijven bestaan. Blijkbaar heeft uitstellen alles met onze eigenheid als mens te maken. Dat maakt ook dat de stelling dat uitstelgedrag aangeleerd gedrag is discutabel is (zoals de scheiding tussen aangeleerd en aangeboren gedrag overigens een achterhaalde scheiding is).

    Procrastinatie is een keuze, zoals we elke moment van de dag keuzes maken. Een keuze die mede door het zicht op een beloning gemaakt wordt. Soms kiezen we liever voor de korte termijn beloning dan voor de lange termijn beloning. Maar ook weer niet altijd. Waarom de ene keer wel en de andere keer niet? Het antwoord ligt in de emotionele processen. Het lijkt er op dat we sterker geneigd zijn om uit te stellen als we ons onzeker of neerslachtig voelen. Een korte termijn beloning beurt ons dan eerder op dan een uitgestelde beloning. Nee, onze keuzes zijn niet altijd rationeel!

    Een klassiek en beroemd geworden onderzoek is de Kids Marshmallow Experiment, waarbij kinderen 20 minuten alleen gelaten worden met een spekje. Blijven ze er af, dan krijgen ze er nog een. Een vervolgonderzoek naar de ontwikkeling van deze kinderen toonde aan dat kinderen die konden wachten, hoger scoorden op de toelatingstest voor het wetenschappelijk onderwijs in de USA.

    [youtube id=”0mWc1Y2dpmY” responsive=”true” showinfo=”false” branding=”false” hd=”false” autoplay=”false” controls=”false” theme=”light”]

    Een interessant en recent vervolg op dit onderzoek is dat van Kidd, Palmeri & Aslin (2013). Zij onderzochten de rol van vertrouwen in relatie tot self-control. Kinderen argumenteren op basis van vertrouwen. Vertrouw ik de toezegging dat ik er nog een krijg? Zo niet, dan kun je je spekje beter nu opeten. Het blijkt dat uitstelgedrag niet alleen met het vermogen tot self-control te maken heeft, maar ook situatiegebonden is. Dat ondersteunt ook de gedachte dat uitstelgedrag meer door emotionele processen beïnvloed wordt dan dat het aangeleerd is.

    (meer…)

  • Gebiologeerd door Gedrag

    Presentatie op NIBI conferentie Nature/Nurture.

    Doelgroep: biologiedocenten.

    Download paper: Passend Onderwijs: wat leraren moeten weten van gedrag.

     

  • Passend onderwijs: wat leraren moeten weten van gedrag

    Naar een samenhangend begrippenkader voor gedrag

    Samenvattting

    Het Nederlandse onderwijs staat voor de transitie naar Passend onderwijs. Scholen moeten er voor gaan zorgen dat alle kinderen een onderwijsaanbod krijgen dat past bij hun specifieke behoeften. De toerusting en deskundigheid van leraren om passend onderwijs te geven baart echter zorgen en overbelasting van leraren in het reguliere onderwijs dreigt. Gedragsspecialisten en praktijkonderzoek bieden mogelijkheden, maar het is de vraag of de kennisontwikkeling tijdig genoeg komt. Bovendien is een eenvoudig, samenhangend begrippenkader voor gedrag niet voorhanden. In dit artikel wordt de vraag beantwoord of er een model voor passend onderwijs te formuleren is dat voor leraren te hanteren is in de onderwijspraktijk van elke dag en dat eenvoudig in de opleiding en toerusting voor docenten te gebruiken is. Gebruikmakend van een gedragsbiologische benadering wordt een samenhangend begrippenkader voor gedrag gepresenteerd dat te hanteren is voor leraren en bovendien als basis kan dienen voor alle gedragswetenschappen. Geconcludeerd wordt dat een gedragsbiologische benadering van passend onderwijs het medisch model-denken wellicht kan vermijden.

     

    Abstract

    Education in the Netherlands stands for the transition to a more inclusive system of education. This policy is called Passend Onderwijs. Schools should take care that all children receive education that suits their specific needs. However, the expertise of teachers for inclusive education is a source of concern, and an overpressure of teachers in regular education threatens. Behavior Specialists and evidence-based research for good practices offer opportunities, but the question is whether this knowledge is available early enough. In addition, a simple coherent conceptual framework for behavior is not available either. This article suggests a model for inclusive education that could easily be used for teachers in the practice of everyday teaching, and which could be used in teacher training. Using a behavioral-biology approach a coherent conceptual framework for behavior is presented for teachers that also could serve as a basis for all behavioral sciences. It is concluded that a behavioral biology approach avoids a medical model for inclusive education.

    Moolenbroek, A. van. (2013). Passend Onderwijs: wat leraren moeten weten van gedrag. Naar een samenhangend begrippenkader voor gedrag. Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 52 (3-4), 142-154.

    Lees het artikel:

  • Be aware of behaviour – bewust gedrag

    Morgen, 29 juni 2012, verdedig ik mijn proefschrift aan de Universiteit Utrecht!

    Wetenschappelijke kennis neemt alleen maar toe, ook in de Biologie. Het leren en onderwijzen van Nieuwe Biologie vraagt daarom om nieuwe onderwijskundige benaderingen voor het verwerven van kennis en voor het ontwikkelen van nieuwe onderwijsleerstrategieën. Bovendien moet het vermogen om complexe systemen te begrijpen aangeleerd worden. Gedrag is een sleutelbegrip in de biologie dat gekenmerkt door een complex en dynamisch karakter. Ik onderzocht de ontwikkeling van een onderwijsleerstrategie (OLS) waarin leerlingen inzicht verwerven in de dynamische en complexe natuur van gedrag.

    Met hulp van een lessenserie over Gedrag wordt de begripsontwikkeling bij leerlingen onderzocht. De basis van de OLS is dat leerlingen de betekenis van gedragsbiologische begrippen in de context leren, de zogenaamde concept-context benadering. Deze benadering ligt aan de basis van een nieuw examenprogramma voor biologie in de bovenbouw van het havo en vwo dat in 2013 ingevoerd wordt.

    Het proefschrift beschrijft dat de OLS de begripsvorming bij leerlingen structureert, bijvoorbeeld door het gebruik van concept maps. Het blijkt dat de meeste leerlingen in staat zijn om gedragsbiologische begrippen in samenhang met elkaar te zien. Omdat meerdere contexten achter elkaar gebruikt worden, biedt de OLS mogelijkheden voor het recontextualiseren van kennis. Dat betekent dat leerlingen gedragsbiologische kennis ook en een andere context kunnen gebruiken. Uiteindelijk leren ze ‘denken als een gedragsbioloog’.

    Deze studie draagt bij aan een ontwerptheorie voor context-gebaseerd biologieonderwijs en voorziet in verdere empirische onderbouwing voor de concept-context benadering. Het laat zien dat het mogelijk is om een OLS te ontwerpen gebaseerd op een opeenvolging van realistische contexten en gericht op de begripsontwikkeling van leerlingen.

    Het proefschrift en het lesmateriaal is te vinden op www.biologyeducation.vanmoolenbroek.nl

  • Huiswerk kopiëren

    Huiswerk kopiëren lijkt een manier om je schoolperiode tegen lage kosten door te komen. Een recente studie van het Massachusetts Institute of Technology laat echter het tegendeel zien. Studenten die stelselmatig meer dan 30% van hun huiswerk overnemen van een ander, maken vier keer meer kans op het stoppen van de studie. De voornaamste oorzaak van dit gedrag: uitstellen! Kortom, van uitstel komt afstel. Nu ook wetenschappelijk bewezen!

    Wat kunnen docenten doen om het kopiëren van huiswerk tegen te gaan? Meer contact, meer en kortere opdrachten, niet aftekenen maar becijferen, zijn wat suggesties. Ook het bespreken van de opzet van de lessen draagt bij aan het voorkomen van kopieergedrag.

    Kortom, niet het controleren, maar het voorkomen van (uitstel) gedrag, dat is wat werkt. Voor die conclusie is geen wetenschappelijk onderzoek nodig!

    Palazzo, David J.,  Lee, Young-Jin, Warnakulasooriya, Rasil & Pritchard, David E., 2010. Patterns, correlates, and reduction of homework copying. PHYSICAL REVIEW SPECIAL TOPICS – PHYSICS EDUCATION RESEARCH 6, retrieved 25 March 2010 from http://prst-per.aps.org/pdf/PRSTPER/v6/i1/e010104

  • De les van stress (4)

    De vorige afleveringen waren vooral biologisch van aard met hier en daar een pedagogisch en didactische toepassing. In deze laatste aflevering draai ik het om.

    Gedragsbiologie is een complex deel van de biologie. Het is meer dan het begrijpen hoe het stressmechanisme werkt. Het bestuderen van gedrag heeft als doel het bevorderen van welzijn, het behoud van diersoorten en het begrijpen van menselijk gedrag.
    De functie van gedrag is overleven. Gedrag wordt veroorzaakt door in- en externe prikkels. Omgevingsfactoren (externe prikkels, stressoren) zorgen voor een stresssituatie waarop een organisme reageert. In een acute stresssituatie door te vluchten of te vechten of te verstarren. Lukt het daarmee om een stresssituatie het hoofd te bieden, dan wordt dit veelal opgeslagen in het emotionele geheugen. Lukt het niet, dan is aanpassen het adagium. Hier spelen vooral leerprocessen een belangrijke rol.

    In het onderwijs zijn we iedere dag bezig met leerprocessen; met het veranderen van gedrag. Welke les kunnen we leren van stress? Paradoxaal gezegd moeten we ‘stresssituaties vermijden’ en ‘stresssituaties aanbrengen’.

    Vermijden
    ‘Stresssituaties vermijden’ raakt het pedagogisch klimaat in de klas. Het is de kunst van het docentschap om een pedagogisch klimaat in je les te creëren, waarvan vertrouwen en vertrouwd de kernwoorden zijn. Vertrouwen wijst op de cultuur en vertrouwd op structuur.
    Leerlingen krijgen vertrouwen in eigen kunnen, durven ook fouten te maken. Een klimaat, waarin leerlingen zich hoe dan ook gewaardeerd weten. Vraag het leerlingen waarom ze voor het ene vak wel werken en voor het andere niet. Ze antwoorden meestal: voor die docent wil je werken. Leren bij de gratie van de relatie!
    Faalangst komt veel voor op school. Op het verkeerde moment wordt adrenaline aangemaakt, maar vluchten kan niet meer. Een leerling kan dan gaan hyperventileren. Oorzaken van faalangst kunnen heel divers zijn. Van tijdnood (‘nog 5 minuten, jongens’), een opmerking als ‘doe je best’, het verwachtingspatroon van ouders en perfectionisme van de leerling. Een docent die de nadruk legt op wat een leerling fout doet, kan de faalangst versterken. Een blauw of groen potlood werkt anders dan een rood potlood en een krul dan een streep (denk aan het intermezzo over de bewegwijzering in de vorige aflevering).
    Een vertrouwde omgeving is een veilige omgeving en in een veilige omgeving hoef je je niet te verdedigen (vechten, vluchten). Structuur in je aanpak draagt in belangrijke mate aan bij aan het creëren van een vertrouwde omgeving. Leerlingen houden van duidelijkheid. Verrassingen vergroten de stress. Persoonlijk vind ik daarom onverwachte overhoringen niet verantwoord.
    Tegenwoordig wordt wel beweerd dat leerlingen kunnen ‘multitasken’. Chatten met 4, 5 anderen tegelijk, terwijl ze aan het ‘leren’ zijn. Ik geloof er niet in. Om te leren is concentratie nodig. Het verminderen van prikkels (stressoren) en het vermijden van onverwachte dingen is hiervoor een belangrijke factor.

    Aanbrengen
    ‘Stresssituaties aanbrengen’ raakt de didactiek. Nieuwe, onbekende, situaties brengen stress met zich mee. Nieuwe lesstof ook, zowel voor de leerling als voor de leraar. Daar is niets mis mee, mits er op een goede manier gebruik van gemaakt wordt.
    Didactiek is de kunst van het onderwijzen. Hoe motiveer je leerlingen om zich in een onbekende (stress)situatie te begeven? Daarover heb in de derde aflevering al het een en ander geschreven en over didactiek is een aparte artikelenserie te schrijven. Als ik bedenk hoeveel –of liever: hoe weinig- didactiek er in mijn lerarenopleiding aangeboden werd, dan concludeer ik dat didactiek in het VO een onderbelicht onderwerp is. Al te veel varen we blind op de methode. En deze blindheid is de moeder van het gebrek aan motivatie!